is de officier belast met het gerechtelijk vooronderzoek (de informatiën) in naar de krijgsraad verwezen zaken. Dit onderzoek geschiedt op de grondslag van de verwijzingsbeschikking en heeft ten doel het vinden van de waarheid.
De OC wordt in de regel benoemd en beëdigd door dezelfde autoriteit die ook de krijgsraad heeft benoemd. Het is wettelijk niet voorgeschreven dat de OC een rechtsgeleerde is, doch in de practijk is dit zeer vaak het geval. De OC verhoort de beklaagde alsmede (onder ede) getuigen en deskundigen. Hij heeft voorts verschillende bevoegdheden, welke hem in staat stellen zijn onderzoek zo volledig mogelijk te doen zijn. Dat de getuigen, anders dan bij de rechter-commissaris, hun verklaringen steeds onder ede afleggen en dat de verklaringen dezelfde kracht hebben alsof zij ter terechtzitting van de krijgsraad waren afgelegd is een regeling, noodzakelijk i.v.m. het bijzondere karakter van de militaire rechtspraak. Vooral bij een leger te velde en in tijd van oorlog immers mag men er niet op rekenen dat een getuige te allen tijde beschikbaar zal zijn. De OC mag wel tevens lid zijn van de krijgsraad, doch niet in die strafzaken, waarin hij het vooronderzoek heeft gehouden (z militaire rechtspraak).LUIT.- KOL. MR H. H. A. DE GRAAFF.