Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

OBERHAUSEN

betekenis & definitie

Westduitse stad in het Land Noord-Rijnland - Westfalen, gelegen op 43 m hoogte tussen de Ruhr en de Emscher, op een kruispunt van spoorwegen naar Wezel (Arnhem), Essen, Düsseldorf en Krefeld, telt (1951) 210920 inw. (1939 195490; 1945 167470), van wie 58 pct R.K., 36 pct Evang. en 6 pct andersdenkenden. Het is een onordelijk aangelegde stad met een mijnbouwschool en een zeer modern stadhuis.

Als centrum van het Rijnlands-Westfaalse industriegebied heeft de stad talrijke industrieën, vnl. zware industrie (w.o. Gutehoffnungshütte, een der oudste en grootste staalwerken van het Ruhrgebied) en chemische fabrieken (Ruhrchemie). Oberhausen is zetel van grote mijnbouwondernemingen en bezit een grote spoorwegwerkplaats. De stad ontving haar naam naar het in 1845 aangelegde station en werd in 1861 uit verschillende gehuchten gevormd, terwijl zij in 1874 tot stad werd verheven. Oberhausen werd in 1929 vergroot met Sterkrade en Osterfeld. In Wereldoorlog II werd de stad herhaaldelijk gebombardeerd. Het aantal woningen (1939= 100 pct) bedroeg in 1945 32 pct, in 1951 81 pct.Lit.: Festschr. z. 50-jährigen Bestehen der Stadt O., hrsg. v. G. Stein u. K. Menne, Werden u. Wachsen z.

Grossstadt (1926); Broermann u. Seipp, O. Eine Heimatkunde (1927).

< >