Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NOMEN

betekenis & definitie

(Latijn) = naam. In aanzienlijke Romeinse families droeg men gewoonlijk drie namen, het praenomen, het nomen en het cognomen; bijv. Publius Cornelius Scipio. Het nomen (steeds eindigend op -ius), dat de gens (het geslacht) aanduidde, was het belangrijkste. De voornaam (het praenomen) werd gewoonlijk afgekort; bijv.

P.= Publius, C. = Gaius, Cn. = Gnaeus. In verband met de geringe fantasie der Romeinen was het aantal voornamen klein en onder dit geringe aantal waren verschillende telwoorden (bijv. Quintus, Sextus), die kinderrijkdom en militaire gerichtheid weerspiegelen. Het cognomen was van latere oorsprong dan de beide andere namen; zoals het nomen de gens aanduidde, zo het cognomen de familie als onderdeel van de gens. Er waren echter ook cognomina, die als eer werden gegeven op grond van een met succes gevoerde oorlog, bijv. Africanus.In geval van adoptie ging de geadopteerde over naar de gens van zijn adoptief-vader; hij nam dan diens namen aan, met toevoeging als bijnaam van de naam van zijn oorspronkelijke gens, verlengd met het suffix -anus. L. Aemilius Paullus, geadopteerd door P. Cornelius Scipio, heette sinds dien P. Cornelius Scipio Aemilianus.

Lit.: J. E. Sandy s, Companion to Latin Studies (1943), 222-224.

< >