Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NIGERIA

betekenis & definitie

(Colony and Protectorate of Nigeria) omvat de Engels-Afrikaanse bezittingen aan de Beneden-Niger in het oostelijk deel van de kust van Opper-Guinee (z Guinea). De totale oppervlakte bedraagt 876 920 km.

Met inbegrip van het mandaatgebied (deel van het vroegere Duitse Kameroen) is de oppervlakte 966 420 km en telt de bevolking (1949) 25 millioen inw. De inheemse bevolking bestaat uit primitieve negerstammen in het Z. en verder een akkerbouwende bevolking van Soedannegers, die door Mohammedaanse Foelbeen Haussa-volken worden overheerst. De oude rijken (o.a. Kano, Nupe, Joruba, Suria, Bornu) maakten het de Engelsen na onderwerping gemakkelijk een geordend bestuur te vestigen. In ruime mate wordt van de inlandse leiders en hoofden gebruik gemaakt. Het kustgebied van de Niger-delta en de Binoeë is alluviaal en grotendeels met oerwoud bedekt.

De oliepalm komt er veel voor. Daarachter ligt een uit oudere sediment- en oudkristallijnen gesteenten opgebouwd gebergte dat o.a. steenkool (bij Oedi en Enoegoe), tin, lood, mangaan, zilver en monaziet bevat. Het is grotendeels savannenland. In het N. omvat Nigeria een deel van de Sahara. In het Z. is het klimaat vochtig warm en voor Europeanen minder goed draaglijk. Het land levert veel palmolie en palmpitten, katoen, cacao, mahoniehout, tinerts enz.

De cacaoteelt neemt sterk toe. De totale export beliep (1948) 37,5 millioen £, de import 44,9 millioen £ (meest katoenen stoffen, metaalwaren, vis, zout enz.). Het verkeer geschiedt grotendeels langs rivieren en kreken. Karavaanwegen voeren naar Salaga, Tripolis, Marokko, het Tsaad Meer en Wadai. Spoorwegen (met een totaal net van 3500 km) lopen van Lagos naar Kano, met zijtakken naar Baro, naar Bauchi (tingebied) en naar Idogo; verder van Port Harcourt naar Kaduna (aan de westelijke spoorweg). Aan de spoorwegen behoren de Udi-kolenmijnen (ca 550 000 ton in 1949). De voornaamste steden, met inwonertal in 1948, zijn Ibadan (335 500), Lagos (hoofdstad; 230000), Kano (102000), Iwo (86000) en Oyo (79 000).Het geldwezen is in overeenstemming gebracht met dat van Groot-Brittannië; het staat onder toezicht van de West-African Currency Board. Nigeria omvat een aantal vroeger geheel gescheiden gebieden. Lagos, dat in 1861 werd verkregen van een inlands vorst, werd in 1866 onder de gouverneur van Siërra Leone geplaatst. In 1874 werd het tegelijk met de Goudkust onder een afzonderlijk bestuur gesteld en in 1886 daarvan gescheiden als „Colony and Protectorate Lagos”. Intussen had de National African Company zich in het Niger-dal gevestigd en in 1886 verkreeg zij als Royal Niger Company een „charter”. In 1899 gaf zij het gebied aan de Kroon terug en in 1900 werden de beide protectoraten Noord- en Zuid-Nigeria gevormd.

In Zuid-Nigeria werd tevens opgenomen het Niger Coast Protectorate (in 1893 gevormd uit het in 1885 gestichte „Protectorate of the Oil Rivers”). In 1914 werden Noord- en Zuid-Nigeria verenigd en sedert vormen zij met de kolonie Lagos te zamen de „Colony and Protectorate Nigeria”. De gouverneur zetelt te Lagos. Iedere provincie staat thans onder een resident. De mandaatgebiedsstrook van het vroegere Duitse Kameroen is bij de provincies van Nigeria ingelijfd en vormt daarmede een geheel.

Lit.: S. J. Hogben, The Muhammedan Emirates of N. (London 1936); G. R. Niven, N. Outline of a Colony (London 1945); D.

Forde and R. Scott, The Native Economics of N. (London 1946); G. F. Quin-Young and F. Herdman, Geography of N. (London 1946); A Ten Years’ Plan of Development for N. (Lagos 1946); Economics of a Tropical Dependency, ed. by M. Perham, 2 dln (1946-47); A.

G. Burns, History of N., 4de dr. (1948); J. Wheare, The Nigerian Legislative Council (London 1950); T. O. Elias, N., Land, Law and Customs (London 1952).

< >