(1) is een provincie in het N. van Brits Nigerië met een oppervlakte van 45 760 km2 en tegen de 3 000 000 inw., vnl. Haussa en vermengd met Foelbé.
Het gebied ligt ongeveer midden tussen de Niger en het Tsaadmeer en bestaat vnl. uit een glooiend parklandschap. Het behoort tot de vruchtbaarste en dichtstbevolkte gebieden van Nigerië. Vroeger was het één van de Haussastaten, later maakte het deel uit van het Foelbérijk van Sokoto in de Soedan.(2), op 12° N.Br. en 8° 21' O.L. v. Gr., met (1946) ca 100 000 inw., gelegen 800 km ten N.O. van Lagos, is de hoofdstad van de zeven oude Haussastaten, sinds 1900 Engels protectoraat. De kroniek van de stad gaat terug tot ca 1000 n. Chr., doch de stad is ongetwijfeld veel ouder. Zij is het snijpunt van karavaanwegen in alle richtingen (o.a. dwars door de Sahara naar Noord-Afrika), het eindpunt van de 1128 km lange spoorweg naar Lagos, en een knooppunt van Britse, Nederlandse, Belgische en andere luchtlijnen. Kenmerkend zijn de uit leem opgetrokken huizen met een rechthoekig grondplan, en een plat of ten dele koepelvormig dak, soms zelfs met een verdieping.
De stad is omgeven door een ca 15 m hoge lemen muur van ca 17,5 km lengte, met 13 poorten, torens en een dubbele gracht. De bevolking bestaat uit Arabieren, die daar in de 15de eeuw kwamen om handel te drijven en steeds grote invloed hadden; het grootste deel vormen de Haussa; voorts zijn er de Foelbé (of Fulanis), honderd jaar geleden nog veedrijvers, doch thans de aanzienlijksten van de stad. Onder hun invloed is de stad sterker Mohammedaans getint geworden, ofschoon de Islam er reeds sedert de 14de eeuw doordrong. Kano is een belangrijk handelscentrum in de Soedan en heeft katoen-, leder-(„Marokkaans leer”) en verfindustrie. In 1903 werd de stad door de Britten veroverd.
Lit.: O. Temple, Notes on the Tribes, Provinces, Emiratesand States of the Northern Province of Nigeria (1922); H. Barth, Reisen und Entdeckungen in Nord- und Zentral-Afrika (Gotha 1857); Lord Lugard, Northern Nigeria, in Geographical Journal, vol. XXIII (1904), pag. 1-29; R. Palmer, The Bomu Sahara and Sudan (London 1936); H. Trybulowski Gilles, Nigeria, from the Bight of Benin to Africa’s Desert Sands, in Nat.'Geographic Magazine, May 1944.