Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NIEUWPOORT

betekenis & definitie

(1) Zuidhollandse gemeente van 55 ha met (1951) 810 inw., van wie (1947) 96 pct Prot. en 4 pct andersdenkenden, in de Alblasserwaard, gelegen aan de Lek, heeft houtbewerking en zilverindustrie. Het is een oud stadje in de voormalige Baronie van Liesvelt en heeft een I7de-eeuws op een brug gebouwd stadhuis.

De oude wallen zijn nog geheel, de grachten gedeeltelijk intact.(2), stadje in West-Vlaanderen, aan de Ijzer, de kanalen van Plassendale en Nieuwpoort-Veurne, op vlakke polderbodem. Sedert 1949 werd zijn gebied vermeerderd tot 811 ha, met delen van de aangrenzende gemeenten, zodat het nu ook aan de kust raakt, Nieuwpoort-Bad met zijn brede duinen, en de haveninrichtingen omvat. Er is visvangst, oesterteelt, havenbedrijf, zeil- en touwfabricage, een zeevaartschool, chemische en voedingsindustrie. Inw. (1950) 6195.

In de 12de eeuw bezat het al voorrechten en vestingen. De voorrechten werden later uitgebreid en de 15de eeuw bracht het toppunt van economische bloei. De vestingen werden eveneens uitgebreid en lokten hardnekkige belegeringen uit, zo in 1213, 1300, 1383 (door de Engelsen), 1489 (Fransen), 1600 (Hollanders), 1647, 1658, 1793-1794. Zij werden geslecht in 1857. In 1914 was het door het openen van de 6 grote sluizen op de waterwegen en afwateringskanalen alhier, dat de Duitsers vóór de overstromende IJzervlakte tot staan werden gebracht. In Wereldoorlog I werd Nieuwpoort totaal verwoest. Het is herbouwd: de openbare gebouwen in hun oude stijl, kerk en hallen met meer succes dan het stadhuis; de sluizen in 1929.

Lit.: C. Wybo, N. ancien et moderne (Bruges 1904); A. Meynne, Hist. de la ville de N. (Bruges 1876); R. de Beaucourt, Hist. de N. (Ostende 1904-’10, 2 dln); R. Thys, N. 1914-1918 (Liège 1922); J. Filliaert, De dood van N. (Nieuwpoort 1938).

Slag bij Nieuwpoort

(2 Juli 1600) was het schitterend einde van een veldtocht door prins Maurits ondernomen op last van de Staten-Generaal die Oostende (nog in handen der Republiek) wilden versterken, de Vlaamse kust beheersen, Duinkerken innemen (om de kaperij te bestrijden) en een verbinding met Frankrijk tot stand brengen; de muiterij der Spaanse troepen gaf een mooie gelegenheid. Maurits en zijn medebevelhebbers achtten de onderneming tamelijk gewaagd, maar troffen alle noodzakelijke voorbereidingen. Een leger van 15 000 man werd in Zeeland verzameld en per schip naar Vlaanderen overgezet; men trok naar Oostende (reeds door de Spanjaarden ingesloten), terwijl de vloot voor de kust kruiste. 30 Juni sloeg Maurits het beleg voor Nieuwpoort. Toen kreeg hij bericht dat een leger onder bevel van Albertus en Mendoza vlak bij Oostende stond, zodat Maurits’ leger in de rug bedreigd werd. Ernst Casimir slaagde er niet in bij Leffinge de vijand tegen te houden. Daardoor echter had Maurits tijd gekregen zijn leger door de haven te doen trekken en reeds tegen 11 uur des voormiddags was het Staatse leger in 3 liniën op het strand en in de duinen in slagorde geplaatst.

Prins Maurits bevond zich met de jeugdige Frederik Hendrik en zijn staf aan het hoofd der tweede linie. De aartshertog van Oostenrijk had zijn leger in 4 grote afdelingen opgesteld, met de ruiterij op de vleugels, en begon in de loop van de morgen in de duinen (het was toen hoogwater) de aanval op de troepen van Lodewijk Gunther. Een hardnekkige strijd, duin op duin af, volgde, waarbij de Spanjaarden wonnen, maar vermoeid raakten. Het was toen half vier n.m. Maurits kon van de even ingetreden rust gebruik maken om zijn reservetroepen onder Francis Vere van de landzijde op de vijand te doen aanvallen. De strijd ontbrandde nu algemeen en werd met hevigheid gedurende 4 uren volgehouden, waarna de Spanjaarden de wijk namen.

Meer dan 700 gevangenen, onder wie Mendoza, vielen in handen der overwinnaars. Albertus wist zijn leger spoedig te herenigen en ook daardoor achtte Maurits het gevaar voor zijn eigen troepen zo groot, dat hij eind Juli zijn leger te Oostende inscheepte en naar Middelburg bracht, zonder zelfs een poging te doen om Sluis te nemen.

Lit.: Fruin, De slag bij N. (in: Verspr. Ges., III, 1901); Archives de la maison d’Orange-Nassau, 2de serie II, 23; S. P. Haak, De wording v. h. conflict Maurits-Oldenbarnevelt (Bijdr. Vad. Gesch., Ve reeks, dl 6 (1919) en dl 10 (1923)).