(Bruninx of Bruyninc) (gest. na 1588), was van 1568 af secretaris van prins Willem van Oranje. Hij genoot het onbeperkte vertrouwen van de prins en voerde een uitgebreide briefwisseling met de graven Jan, Lodewijk en Hendrik van Nassau over ’s prinsen particuliere en politieke aangelegenheden.
Tevens werd hij gedurig met belangrijke zendingen belast, nu eens naar Dillenburg, dan weder naar Keulen enz. In 1583 werd hij met Adriaan van Zwieten en Pieter de Rijcke naar Utrecht afgevaardigd, om aldaar de rust te bevorderen, en later zonden de Staten hem en Paulus Buys naar Amsterdam, ten einde er de regering te bewegen de grafelijkheid van Holland aan de prins op te dragen. Vervolgens was hij met hetzelfde doel in Zeeland, waar hij waarschijnlijk geboren is, werkzaam; hij regelde er de voorwaarden, en de zaak had nagenoeg haar beslag, toen de prins vermoord werd. Bruyninck bleef ook bij prins Maurits en Louise de Coligny in groot aanzien; met deze laatste vertrok hij in 1585 naar Zeeland.
