Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NICAEA

betekenis & definitie

Grieks Nikaia, nu Isnik (van: eis Nikaian, naar N.), in de Oudheid een belangrijke stad aan het meer Ascania in Phrygië, gesticht in 316 v. Chr. door Antigonos Monophthalmós en toen Antigoneia genoemd; door Lysimachos veroverd na de slag bij Ipsos en toen Nicaea genoemd, in 281 v.

Chr. veroverd door de Bithyniërs. Nicaea was de tweede residentie der Bithynische koningen en reeds vroeg de zetel van een bisschop. In 1080 werd het door de Seldjoeken veroverd en in 1097 door de Kruisvaarders. Na de oprichting van het Latijnse keizerrijk te Constantinopel (in 1204) stichtte Theodoros Laskaris te Nicaea (in 1206) een Grieks keizerrijk. Michael VIII (1259-1282) veroverde 25 Juli 1261 Constantinopel en maakte aan het Latijnse rijk een einde. In 1330 werd Nicaea veroverd door de Turken. Bewaard zijn de oude stadsmuren met hun poorten en torens, een waterleiding en enige bouwvallen.Nicaea is bekend als de geboorteplaats van de sterrenkundige Hipparchos en de geschiedschrijver Cassius Dio.

Lit.: V. Schuit zé, Altchristi. Städte u. Landschaften II, I (1922), blz. 309 e.v.

Concilie van Nicaea

was het eerste der zgn. Oecumenische Concilies. Het was belegd door Constantijn de Grote en vergaderde van 20 Mei tot 25 Juli 325. Aanleiding vormden voornamelijk kerkelijke moeilijkheden in Alexandrië, die evenwel veel verder om zich heen dreigden te grijpen, vooral door het optreden van de Alexandrijnse presbyter Arius, die op de steun van machtige bisschoppen als Eusebius van Nicomedië en Eusebius van Caesarea bouwde. Door dit optreden dreigde de vrede van het rijk verstoord te worden. Ter vergadering waren ruim 300 bisschoppen, grotendeels uit het O., bijeen, ofschoon het W. niet geheel zonder vertegenwoordiging was.

De voornaamste leiders waren Hosius (Ossius), bisschop van Cordova, en Alexander van Alexandrië; hun theologie heeft, niet zonder persoonlijke inmenging van de keizer, gezegevierd (Rome en Alexandrië waren sinds lang door de traditie — beide gemeenten door Petrus gesticht! — verbonden) ; men kwam tot een formule, waarschijnlijk gebaseerd op de Doopbelijdenis van Caesarea, met toevoeging van ‘de Zoon is één van wezen met de Vader’, dat al in een vroegere controverse, tussen Dionysius van Rome en Dionysius van Alexandrië, een rol had gespeeld. Tegen de Origenistisch gezinde hoftheologie werd deze formulering aanvaard. Het belang van de rijksvrede bracht mee, dat geen straffe maatregelen werden genomen; Arius werd met vijf medestanders verbannen, maar werd reeds in 328 (onder aandrang van de hoftheologie) gerehabiliteerd. Eerst door het optreden van Athanasius, die het Concilie als presbyter had bijgewoond, is het Concilie van Nicaea het symbool voor de orthodoxe leer geworden. De klassieke Triniteitsleer is eerst door de arbeid van de zgn. Cappadocische theologen, Basilius de Grote, Gregorius van Nazianze en Gregorius van Nyssa, d.w.z. in de tweede helft der 4de eeuw, ontwikkeld; zij is vastgelegd op het 2de Oecumenische Concilie te Constantinopel (381). Te Nicaea is voorts de kwestie van de Paasdatum geregeld en een oplossing gezocht voor het Meletiaanse schisma.

PROF. DR C. W. MÖNNICH

Lit.: C. J. Hefele-Leclercq, Hist. des Conciles I (1907); A. d’ Ales, Le dogme de Nicée (1926); H. Lietzmann. Gesch. d. alten Kirche III (1938); J. de Jong, Handb. d. Kerkgesch. I (1945).

< >