Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

NATREKKING

betekenis & definitie

(accessio) noemt men een wijze van eigendomsverkrijging die geschiedt doordat den zaak van A. zodanig met een zaak van B. wordt verbonden dat ze te zamen een geheel vormen. De eigenaar van de hoofdzaak verkrijgt dan in de regel de eigendom van de bijzaak door natrekking (zie artt. 643 v.v.

NEDERLANDS B.W.). Natrekking kan voorkomen tussen twee onroerende zaken (bij ontstaan van een eiland in een rivier, bij overstuiving, bij aanspoeling, aanslijking, aanwassen, gorsingen en schorren, zgn. alluvio, bij aanwerping of avulsio), tussen onroerende en roerende zaken (bij het bouwen, planten of zaaien op andermans grond met eigen materiaal, in welk geval de grondeigenaar dus de eigendom verkrijgt van het gebouwde of geplante: superficies solo cedit d.i. de opstal behoort aan de grondeigenaar; art. 626 B.W.) of tussen roerende zaken (indien bijv. A. de motor van B. in zijn boot plaatst). Het komt er dan op aan of naar de opvattingen van het maatschappelijk verkeer het voorwerp door de verbinding een wezenlijk bestanddeel van de andere roerende hoofdzaak is geworden. In zodanig geval geldt de regel: accessio cedit principali, de bijzaak volgt de hoofdzaak. In de practijk doen zich deze vragen meestal voor in de vorm van een rechtsgeschil tussen de hypotheekhouder, die de hoofdzaak wil executeren mèt de accessio, en de verkoper van de nog onbetaalde bijzaak. Zie art. 1211 B.W.Zaaksvorming (specificatio) en vereniging of vermenging (confusio en commixtio) zijn niet te beschouwen als vormen van natrekking aangezien men bij natrekking steeds met ongelijkwaardige zaken te doen heeft.

De BELGISCHE wetgeving op de natrekking is practisch dezelfde als de Nederlandse.