Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

MOUILLERING

betekenis & definitie

noemt men een articulatieverschijnsel, dat kan optreden bij sommige medeklinkers, in de Westeuropese talen vooral bij de dentalen en velaren. De mouillering of palatalizering ontstaat door een centripetale tendens van de tongarticulatie, d.w.z. dat het aanrakingsgebied tussen tong en verhemelte zich naar achteren verplaatst bij de dentalen en naar voren bij de velaren, waardoor het timbre zich wijzigt.

Bijv. de gemouilleerde n (gespeld gn) in het Frans agneau, in het Spaans dona, gemouilleerde l (gespeld gl) in het Ital. tagliare. In het Nederlands vaak als resultante van een verbinding metj in: plunje, weetje, zakje enz.; dan worden nj, tj, kj door één enkele articulatiebeweging gevormd. De convergerende beweging kan zo ver gaan, dat het oor niet meer kan onderscheiden of een medeklinker van de eerste soort (t, d, n) dan wel van de tweede soort (k, g, ng) wordt gevormd. De mouillering heeft grote wijzigingen veroorzaakt in het klankenstelsel van vele talen, bijv.:1. de gehele Indogermaanse taalfamilie werd door de mouillering van velaren in twee helften gescheiden, de zgn. kentum- en satemtalen;
2. de Latijnse velaren werden tot dentalen in het Frans, wanneer haar omgeving de mouilllering bevorderde: Caesar (spr.: ké-) werd César (spr.: sé-);
3. door de mouillering worden de meeste Umlaut-verschijnselen verklaard: het palatale timbre gaat van de gemouilleerde medeklinker over op de voorafgaande klinker. In het Nederlands horen wij duidelijk verschil tussen de o van mond en die van mondje, omdat de tj gemouilleerd wordt.

< >