(afgeleid van het Servo-Kroatisch: Stari Most = Oude Brug; vroeger: Vitrinitsa) is de vierde stad van de gefedereerde Joegoslavische republiek Bosnië-Herzegowina, de vroegere hoofdstad van Herzegowina, met (1948) 23 240 inw. Zij ligt aan de Neretwa (Naretva) en aan de spoorlijn ongeveer halverwege Serajewo-Dubrownik.
Een prachtige, ca 20 m hoge, door de Turken in de 16de eeuw gebouwde brug, waarvan volgens sommigen de fundamenten dateren uit de Romeinse tijd, verbindt de rivieroevers. De stad heeft moskeeën, R.en Gr.-Katholieke kerken. Zij is de zetel van twee bisschoppen en van een Mohammedaanse moefti. Er zijn o.a. tuin- en wijnbouwscholen en de plaatselijke industrie verwerkt de landbouwproducten uit de omgeving: wijn, tabak, vruchten, groenten en walnoten. De bergachtige omgeving van Mostar, waar ook de Boena (Buna), een zijrivier van de Neretwa ontspringt, is van een woeste schoonheid.