Spaans romanschrijver, novellist, essayist en dichter (Bilbao 29 Sept. 1864 - Salamanca 31 Dec. 1936), een van de zeer invloedrijke figuren van het zgn. geslacht van 1898, die een verjonging in de Spaanse letteren en in heel het nationale denken en voelen gebracht heeft. Hij promoveerde te Madrid in de letteren.
Na de voltooiing van zijn studie werd hij hoogleraar in het Grieks te Salamanca. Zonder te kort te doen aan zijn taak als docent, ontwikkelde Unamuno een enorme activiteit als publicist. Als echte „noventavochista’ ’ hield hij zich intens bezig met de Spaanse problemen die hij scherp analyseerde. Hij kende Spanje en het Spaanse landschap als weinigen, zoals blijkt uit zijn artikelen gebundeld tot Andanzas y visiones espanolas en Por tierras de Portugaly Espana. De zeer persoonlijke schrijftrant van Unamuno, die niets en niemand ontzag, was de oorzaak van zijn conflicten met de Spaanse autoriteiten, en van zijn verbanning naar het eiland Fuerteventura in 1924 door Primo de Rivera. Zijn verzenbundel De Fuerteventura a Paris (met hartstochtelijke scheldsonnetten) dateert uit die tijd, evenals het Romancero del destierro. Zijn krachtige persoonlijkheid, vol mystieke onrust, komt in zijn overigens vaak stroeve lyriek het krachtigst tot uiting, inz. in zijn Poesias (1907) en in zijn El Cristo de Velâzquez (1920). Maar meer algemeen bekend werd hij door zijn essays, die diepe en originele gedachten bevatten over vele problemen van het Spaanse leven. Een er van, En torno al casticismo (1895), is van beslissende invloed op de Spaanse jeugd geweest. In Del sentimiento trágico de la vida en los hombres y en los pueblos (1913) en La agonia del cristianismo (1925) zet hij zijn filosofisch-religieuze ideeën uiteen.Een dorst naar onsterfelijkheid brengt hem tot het godsbegrip. „Mijn godsdienst is het zoeken van de waarheid in het leven en van het leven in de waarheid, ook al weet ik dat ik die nooit zal vinden, zolang ik leef” (Mi religión, 1907). Ook in zijn literaire critieken is Unamuno hoogst origineel. In La vida de Don Quijotey Sancho (1905) is Don Quichot de mens op zoek naar roem, d.w.z. voor onze auteur naar onsterfelijkheid. Voor hem heeft de figuur van Don Quichot een veel grotere betekenis dan zijn schepper, Cervantes.
In zijn romans, vooral de zgn. „nivolas”, laat hij een zeer oorspronkelijk geluid horen. Zijn stijl is uitermate sober. Niebla (1904)r Abel Sanchez (1917), La tia Tula (1921), San Manuel Bueno, mârtir (1933) werden in vele talen vertaald, ook in het Nederlands.
In 1930 keerde Unamuno naar Salamanca terug. Het volgend jaar begroette hij met geestdrift de Spaanse Republiek om haar spoedig met hartstocht aan te vallen. In de Burgeroorlog koos hij de zijde van Franco,
PROF. DR C. F. A. VAN DAM
Lit.:T. J. G. Gerritsen, in: De Gids 1927, dl III; M. Romera Navarro, M. de U. (Madrid 1928); G. J. Geers, U. en het karakter van het Spaanse volk (Groningen 1928); Arthur Wills, Espana y U. (New York 1938); Miguel Oromi, El pensamiento filosófico de M. de U. (Madrid 1943); Juliân Marias, M. de U. (Madrid 1943); F. R. Martin, Pascal and M. de U., in: Mod. Lang. Rev. dl 39 (1944); R. Alberti, Imagen primera de M. de M. (Buenos Aires 1946); Arturo Barea, U. (Cambridge 1952).