Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Maurice de GUÉRIN

betekenis & definitie

(Georges-Pierre-) Frans schrijver (kasteel Cayla bij Albi, Tarn, 4 Aug. 1810 19 Juli 1839), zoon van een oude, maar verarmde familie uit de Languedoc, kwam voor zijn studie naar Parijs, verkeerde enige tijd in de kolonie van Lamennais* en leidde een moeizaam bestaan met lesgeven en journalistieke arbeid. Een ongelukkige liefde voor barones De Maistre ondermijnde zijn zwakke gezondheid.

Hij huwde met een Creools meisje, maar stierf acht maanden later aan de tering. Hij heeft weinig werk nagelaten en dit nog meest fragmentarisch, maar zijn prozagedicht Le Centaure (eerst gepubliceerd in de Revue des Deux Mondes 15 Mei 1840), waarin hij op harmonische wijze zijn heidense en Christelijke aspiraties weet te doen samensmelten, behoort tot de schoonste bladzijden uit de Franse literatuur. Ook zijn Journal en Lettres getuigen van zijn uitzonderlijke eigenschappen als mens en dichter. De vriendschap welke beroemde tijdgenoten als George Sand, Barbey d’Aurevilly, Lamennais, e.a. hem toedroegen, werd bijna tot een cultus. In de jaren vóór Wereldoorlog II zag men ook weer blijken van intense belangstelling voor Maurice de Guérin en zijn zuster. Er is zelfs een speciaal tijdschrift L’Amitié Guérinienne (vanaf Jan. 1933) gewijd aan de studie van leven en werk van Maurice en Eugénie de Guérin. In Nederland vertaalde Van Genderen Stort de Centaur (Arnhem 1926). DR R. WIARDA

Bibl. : Reliquiae p.p. G.-S. Trebutien, avec préface de Sainte-Beuve (1861); Journal, Lettres et Poèmes p.p. Trebutien (1862); Lettres à J. Barbey d’Aurevilly (1908) ; Le Centaure, La Bacchante, Glaucus etc. p.p. R. de Gourmont (1909) ; Journal, Lettres, Poèmes et fragments p.p.

E. Schneegans (Bibliotheca Romania, 1911 ) ; Le Cahier vert (1921, éd. critique p.p. E. Lugin, Lausanne 1943); Œuvres p.p. H. Clouard (Le Divan 1930, 2 vol.).

Lit.: Quack in De Gids 1865, dl I; A. Lefranc, M. de G., d’après des documents inédits (1910); E. Zyromski, M. de G. (1921) ; J.-M. v. Wouden-Veldkamp, M. de G., proeve van een psychografie, diss. Groningen (1932); E. Decahors, M. de G.

Essai d’une biographie psychologique (1932); Ibid., Le Centaure et la Bacchante. Les poèmes en prose de M. de G. et leurs sources antiques (1932); B. d’Harcourt, En Marge du romantisme. M. de G. et les poèmes en prose (1932) ; A. Marie, Le Connétable des Lettres: Barbey d’Aurevilly ( 1939) î E. Lugin, Le périlleux amour de M. de G. Avec des lettres inédites à la baronne de Maistre (Genève 1944). Zie 00k de lit. bij Eugénie de G.

< >