Frans schilder en literator van Vlaamse afkomst (Parijs 4 Apr. 1876), heeft tot onderwerp hoofdzakelijk landschap, stilleven, bloemen en zelden figuur. Hij vormde zichzelf.
Zijn beginperiode kenmerkt zich door zeer donkere kleuren in ruige toetsen aangebracht. Ca 1908 werd de kleur lichter. Zijn vormgeving begon toen naar de kubistische te neigen. Sedert 1920 schildert hij kleurig expressionnistische werken, die van een sterke, vaak Vlaams aandoende, levensvreugde getuigen. Men rekent hem tot de groep der „Fauves” (z Fauvisme). Behalve schilderijen maakte hij improvisaties in waterverf, ontwierp theaterdecors en tapijten en beschilderde ceramiek. Ook schreef hij gedichten, artikelen en romans.Bibl.: Communications (Paris 1921, gedichten); Tournant dangereux, souvenirs de ma vie (Paris 1929); Poliment, roman, (Paris 1931); La haute-folie (Paris 1934); Portraits avant décès (Paris 1943); Lettres et poèmes (Paris 1943).
Lit.: G. Duhamel, M. de V. (Paris 1927); F. Fels, V., l’histoire d'un grand peintre (Paris 1928); F. Carco, L’ami des peintres (Genève 1944); Anthologie du livre illustré, ed. Skira (Genève 1946).
