(in Italië genaamd Calzetta Bianca), Nederlands schilder (Amersfoort 1621 of 1627 - Hoorn 1703) was een leerling van Jacob van Campen. Van hem zijn stadsgezichten, landschappen, stillevens en portretten bekend.
In 1648 ondernam hij een reis naar Rome, waar hij meerdere jaren bleef en o.a. voor kardinaal Leopold de Medici werkte. In 1653 was hij terug in Amersfoort en werd daar snel een vooraanstaande persoonlijkheid. Bij de inval van de Fransen in 1672 week hij uit naar Hoorn, waar hij tot zijn dood bleef. Zijn bekendste leerling was Caspar van Wittel. De stad Amersfoort bezit werk van hem (stadsgezichten) in het stadhuis, in het museum en in het hofje „De Poth” (1658). Zijn kinderen: Johannes (Amersfoort 1648-1685), Pieter (Amersfoort 1654 - Amsterdam begr. 23 Apr. 1692), Frans (Amersfoort 1657 - Hoorn 1705) en Alida (Amersfoort 1659 - Hoorn na 1715) waren ook allen schilders.