Peruaans schrijver (1844-1918), was steeds een nonconformist. Hij voelde een tegenzin tegen de koloniale traditie en zelfs tegen de Spaanse traditie in het algemeen.
Anti-katholiek en positivistisch, is hij als een soort voorloper van de Spaanse generatie van 1898 te beschouwen. Evenals deze trouwens, vernieuwde hij de taal en de poëtische expressie. Zijn weinige en kleine gedichten, die hij pas op zijn oude dag publiceerde, behoren tot de beste der Zuidamerikaanse letterkunde. Zij kondigen het met Rubén Dario gestichte modernisme reeds aan.
In de oorlog tegen Chili (1879-1881) vocht hij dapper mee en na de nederlaag sloot hij zich wel drie jaar in zijn woning op. In 1886-1898 verzamelde hij rondom zich een groep talentvolle jongeren, bekend onder de naam Circulo Literario. Later trad hij overal in de oppositie en bestreed de Kerk en de Staat, vooral op grond van de exploitatie der inlanders. Zijn fraaie redevoeringen zijn opgenomen in de bundel Paginas libres (1894).
Zijn Poesias selectas verschenen in Parijs, z.j.Lit.: R. Blanco-Fombona, Grandes escritores de América (Madrid 1917); V. Garcla Calderón, Semblanzas de América (Madrid 1919).