Duits schrijver (Kassel 10 Sept. 1898), studeerde, na Wereldoorlog I meegemaakt te hebben, te Göttingen in de letteren, werd journalist en vestigde zich later als letterkundige te Worpswede. Thans is hij redacteur van de Weser-Zeitung.
Hij is de schrijver van een aantal fijn doorvoelde, romantisch getinte novellen en romans en van de „dramatische ballade” Lilofee (1936). Uit vele werken spreekt zijn liefde voor kinderen en voor de natuur.Bibl. (voorn, werken): Novellen: Die Frühlingsfeier (1924); Die Verirrten (1927); Ontje Arps (1935); Die Begegnung (1936); Romans: Lampioon küszt Mädchen und kleine Birken (1928); Salut gen Himmel (1929); Abel mit der Mundharmonika (1932); Abschied von der Jugend (1937). Essays: Worpswede (1940), Sechs Versuche (1941); Geliebtes Bremen (1947); Vorspiel, Neue Versuche (1948). Vertalingen: Sappho, Lieder und Bruchstücke (1948); Das Erwachen (Aus der griechischen Frühzeit, 1948).