Belgisch handelsrechtskundige (Gent 25 Nov. 1892), studeerde te Gent (gepromoveerd 10 Dec. 1919), was advocaat aldaar (1920); buitengewoon hoogleraar te Gent (1929); gewoon hoogleraar aldaar in het handelsrecht (1933); rector (1936-1939); gouverneur van Oost-Vlaanderen (1938); chef van het Kabinet des konings (1939); opnieuw hoogleraar en advocaat te Gent (1945), tevens hoogleraar te Brussel (1946); bijzitter van de Raad van State (1947); lid der Kon. Vlaamse Acad. voor Wet (1939) enz.
Bibl.: hoofdwerken: Beginselen van het Belgisch handelsrecht (4 dln. 1927-1935); Traité de droit commercial beige (8 dln. 1945-1949); De persoonlijke rechtsvordering van aansprakelijkheid in de vennootschappen van kapitaal; opstellen in tijdschriften.