(1) Jr, toneelspeler (6 Juni 1876 - Amsterdam 14 Aug. 1931), debuteerde in 1894 bij zijn vader L. H.
Chrispijn. Vervolgens was hij bij de K. V. Het Nederlandsch Tooneel, 1898-1902 (kellner in Hauptmann’s Voerman Henschel); bij gebr. van Lier, 1902-’03 (baron in Gorki’s Nachtasyl)-, bij Prot, 1903-’09; bij Het Tooneel, onder directie van Willem Royaards (speelde o.a.
Frank in Shaw’s Mevrouw Warren’s Bedrijf en de hoofdrol in Bahr’s Het Concert) en bij De Tooneelvereeniging. In 1912 begon hij de directie van de Frascati-Schouwburg, had o.a. veel succes in Tristan Bernard’s Het Café’tje. Daarna was hij een jaar bij De Tooneelvereeniging onder directie van Herman Heijermans (Maar ’n droom van Lothar Schmidt); vervolgens bij Het Rotterdamsch Tooneel (Dimitri in Tolstoi’s Opstanding en Armand Duval in Marguerite Gautier); bij Het Hofstad Tooneel (waar hij o.a. meespeelde in het openingsstuk: Nico van Suchtelen’s De tuin der droomen, en in van Rossum’s Phyllis). In 1924 werd hij mededirecteur van het Odeon-Theater te ’s-Gravenhage, waar hij o.a. veel succes had in De wrekende God van Eduard Veterman en in Reclame. Daarna speelde hij onder directie van Louis de Vries, had o.a. groot succes in Regen. In 1930 kwam hij bij Het Nieuw Nederlandsch Tooneel, waar hij ook mederegisseur was.(2) Sr, toneelspeler en regisseur (15 Mei 1854-Amsterdam 1 Nov. 1926), was bestemd tot zeeofficier, hij kwam echter op de toneelschool, en debuteerde onder pseudoniem Henri Otten bij De Vereenigde Tooneelisten (directie Stumff en Veltman) als Pierrot in Moederzegen, en kwam daarna als jeune premier bij Valois te ’s-Gravenhage, vervolgens bij le Gras, Van Zuylen en Haspels. In 1889 trad hij als acteur op bij le Gras en Haspels; in 1890 bij De Vos en Van Korlaar; in 1891 als acteur en regisseur bij Gebrs. Van Lier te Amsterdam. Hij heeft in 1893 mede De Nederlandsche Tooneelvereeniging gesticht en heeft daarmee een ommekeer gebracht in de toneelspeelkunst.
Daarna werd hij acteur en regisseur bij Het Rott. Tooneel en de K.V. Het Nederlandsch Tooneel. Groot succes oogstte hij in De Veroveraar van mevrouw Simons-Mees.
Van 1908-1910 maakte hij een Indische tournée onder Kimmel; kwam daarna bij de K. V. Het Nederlandsch Tooneel en ging vervolgens filmen. Van 1916-1923 was hij bij Het Rott.
Tooneel. Hij was de beste speler van Franse blijspelen en Nederlands beste jeune premier. Hij heeft zich vooral beijverd, Ibsen’s stukken ingang te doen vinden.
