Italiaans beeldhouwer (Florence waarschijnlijk 1378-1 Dec. 1455). Hij kwam eerst in de leer bij een goudsmid.
In 1401 zegevierde Ghiberti in een wedstrijd door Florence uitgeschreven voor een bronzen deur van het Battistero. De proefstukken van hem en van Brunelleschi (een reliëf met Abrahams offer) bevinden zich in het Bargello te Florence. De deur aan de noordzijde van het Battistero werd door de kunstenaar gemaakt tussen 1403 en 1424. Zij vertoont de geschiedenis van Christus en in de onderste reliëfs evangelisten en kerkvaders.
Een grote schare helpers stond Ghiberti terzijde. In 1407 werden er zelfs twintig genoemd, onder wie de bekendste kunstenaars van Florence. Tussen 1425 en 1452 maakte Ghiberti, met helpers, een tweede deur (aan de oostzijde) met Oudtestamentische taferelen. Voor de kerk Or S.
Michele te Florence maakte Ghiberti enige bronzen beelden, nl. in 1414 Johannes de Doper, in 1419 Mattheus (opgesteld 1422) en in 1427 Stefanus. Voor een doopvont in het Battistero te Siena maakte Ghiberti twee reliëfs met de Doop van Christus en Johannes voor Herodes. Voor de Dom te Florence maakte hij de H. Zenobiusschrijn.
Op latere leeftijd schreef hij zijn theoretische werken, de Commentarii, in 1912 door Julius von Schlosser uitgegeven.De toeschrijving van een reeks Madonnafiguren in stucco of terracotta aan Ghiberti, indertijd door Bode voorgesteld, is onjuist gebleken. Behalve beeldhouwer was hij ook schilder, hetgeen met name in zijn taferelen van de Paradijsdeur te Florence tot uitdrukking komt. In de Domkerk van dezelfde stad wordt een aantal gebrandschilderde ronde ramen bewaard, die op zijn ontwerp teruggaan. Ghiberti was een zeer veelzijdig ontwikkelde persoonlijkheid.
Zijn werk vertoont een merkwaardige samenstelling van antieke en Gothische vormen. Zijn composities zijn uit vloeiende lijnen opgebouwd.
De uitdrukking der figuren is verheven, de plooienval der gewaden soepel en tegelijk zeer voornaam.
De verteltrant is levendig en tevens sober. Al deze eigenschappen stempelen hem tot één der grootste beeldhouwers van de Italiaanse kunst.
Donatello is — met hem vergeleken — de vooruitstrevende figuur, terwijl Ghiberti meer het verleden op geniale wijze samenvat.
DR W. R. JUYNBOLL
Lit.: Hedwig Gollob, Lorenzo Ghibertis künstlerischer Werdegang (Strassburg 1929); G. ten Doesschate, De derde commentaar van L. G. in verb. m. de middeleeuwse optiek, diss. Utrecht (1940); Leo Planiscig, Lorenzo Ghiberti (Wien1940); Julius von Schlosser, Leben und Meinungen des florentinischen Bildners Lorenzo Ghiberti (München 1942); Ludwig Goldscheider, Ghiberti (Phaidon Press 1950).