naam van verschillende vorsten van Wales, o.a.:
Llywelyn ab Iorwerth, bijgenaamd de Grote (1173? - ti Apr. 1240), ontrukte in 1194-1202 zijn erfrijk Gwynedd geheel aan zijn oom Dafydd I. Aanvankelijk werd hij begunstigd door koning Jan zonder Land, later ontstonden er vijandelijkheden waarin Llywelyn de overhand behield. In 1216 werd hij op een bijeenkomst te Aberdyfi door de Zuidwelse vorsten als souverein erkend. In 1237 regelde hij zijn verhouding tot de Kroon en verkreeg de erkenning van zijn zoon Dafydd (II) ab opvolger. Llywelyn was een voortreffelijk staatsman en een vrijgevig begunstiger van kloosters en barden.
Llywelyn ab Gruffydd (gesneuveld 11 Dec. 1282), kleinzoon van de voorgaande en laatste vorst van Wales, deelde in 1246, te midden van de verwarring na de dood van Dafydd II, het sterk beknotte Gwynedd met zijn broeder Owein en moest zich bij het afleggen van de leeneed aan Hendrik III in 1247 met een zeer bescheiden positie vergenoegen. In 1255 veroverde hij echter de landen van zijn broeders en in 1256 maakte hij zich ten koste van prins Eduard van zijn gehele erfrijk meester. In de jaren 1257-1263 onderwierp hij alle vorsten van Wales aan zijn oppergezag. In 1267 werd hij door Hendrik III als vorst van geheel Wales erkend. Met Eduard I raakte hij evenwel in een oorlog die ongunstig voor hem (Llywelyn) verliep. In 1282 geraakte hij door de schuld van zijn broeder Dafydd opnieuw in strijd met Eduard. Llywelyn streed aanvankelijk niet ongelukkig, doch kwam ten slotte onder raadselachtige omstandigheden om tijdens de slag bij Builth ( Wales).