(vroeger Liimfjord gespeld), zeeëngte, die zich uitstrekt van het Kattegat tot aan de Noordzee en het noordelijkste deel van Jutland van het vasteland afscheidt, is 160 km lang en vormt tussen brokkelige krijtkusten (lim — krijt) vele zijarmen en bassins en is wegens de geringe diepte bij de mondingen weinig geschikt voor de scheepvaart. De diepte bedraagt wel is waar in het midden op sommige plaatsen 16 m, aan de mondingen daarentegen slechts 2,5-3m.
Het O. en W. gedeelte zijn door het Logstorkanaal verbonden. De smalle schoorwal (Tange) bij Agger, die de fjord vroeger van de Noordzee scheidde, werd in 1825 door een storm doorbroken, zodat zoutgehalte en fauna zeer gewijzigd werden; het kanaal, dat toen ontstond, is later weder verzand, zodat een nieuw kanaal, het Thyboronkanaal, gegraven werd, dat echter ook aan verzanding lijdt. Van de eilanden is Mors het grootste. Er is in de Limfjord oesterteelt. Aan de fjord liggen Aalborg, Thisted en Logstor. Bij Aalborg en over het Nissum-Bredning liggen spoorwegbruggen.
