Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LIBELLEN

betekenis & definitie

(Odonata). Orde van insecten met onvolkomen gedaanteverwisseling van middelmatige tot aanzienlijke grootte, vier lange en smalle, fijn netvormig geaderde vleugels, een lang smal achterlijf en een zeer beweeglijke kop met grote ogen en kleine antennen.

De monddelen zijn krachtig ontwikkeld en bijtend, de poten alle naar voren gericht in verband met hun functie als vangorgaan. De libellen zijn nl. ook in volwassen staat echte roofdieren die hun prooi in de vlucht vangen. De larven leven in het water eveneens als roofdieren. Zij vangen hun prooi met de onderlip (z insecten), die buitengewoon lang is, aan het uiteinde een paar scherpe haken draagt en door middel van twee gewrichten onder de kop kan worden teruggetrokken. De larven van de beide onderorden waarin de groep verdeeld wordt verschillen nogal in voorkomen. Die van de Zygoptera zijn slank en beweeglijk, zij ademen door middel van drie bladvormige tracheekieuwen aan het einde van het achterlijf. De larven van de Anisoptera zijn veel forser en plomper en het achterlijf eindigt spits terwijl de tracheekieuwen hier aanwezig zijn in de vorm van gecompliceerde plooien in de einddarm.De imagines van de Zygoptera zijn zeer slanke dieren (de zgn. „juffertjes”) met twee onderling gelijke paren vleugels. De vlucht is niet bijzonder snel. Bij de Anisoptera daarentegen, forse dieren met een soms zeer fors en breed achterlijf (Libellula depressa) of zeer aanzienlijke lengte (Anax, Aeschna spec.) zijn de achtervleugels aan de basis breder dan de voorvleugels, de vlucht is zeer snel en onstuimig, zodat de dieren in korte tijd grote afstanden kunnen afleggen (zie trek). Tot deze groep behorende dieren dragen de Nederlandse benamingen: glazenmakers. Vooral onder de Zygoptera komen vele opvallend, soms metaalachtig (Calopteryx spec.) gekleurde soorten voor. Er zijn van deze orde 3000 soorten bekend, waarvan ruim 60 inheems zijn. Een groot aantal soorten bewoont tropisch Amerika, terwijl ook Oost-Azië tal van soorten herbergt.

Lit.: M. A. Lieftinck, Odonata Neerlandica, in: Tschr. v. entomologie LXVIII/LXIX (1925/26); K. Wesenberg-Lund, Odonata, in ihrem werk Biologie der Süsswassertiere. Wirbellose Tiere. Deutsche Ausg. (1939).

< >