Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Leopold frederik everhard julius coert karel godfried pieter bernhard

betekenis & definitie

Prins der Nederlanden, Prins van Lippe-Biesterfeld (Jena 29 Juni 1911), zoon van Bernhard, Prins van Lippe en Armgard, Freiin von SierstorpffCramm, werd op het landgoed zijner ouders, Woynowo, later op Reckenwalde, opgevoed, had aanvankelijk een Chinese nurse, later een Afrikaanse speelmakker, verwierf door deze omgang een vlug begrip voor vreemde talen, ging — na ontvangen huisonderwijs — op zijn 12de jaar op kostschool te Züllichau (nabij Reckenwalde), vervolgens naar het Arndt-gymnasium te Berlijn. In 1929 geslaagd voor zijn eindexamen, maakte hij een grote buitenlandse reis, waaraan hij een studie in de rechten aanknoopte, nl. te Lausanne, München en ten slotte Berlijn.

In 1935 trad hij in dienst bij de I.G. Farben, op het kantoor der maatschappij te Parijs. Inmiddels was in 1934 zijn vader gestorven. In Sept. 1936 werd de verloving van Prins Bernhard bekend met H.K.H. Juliana, Prinses der Nederlanden. Op 7 Jan. 1937 werd het burgerlijk huwelijk te ’s-Gravenhage voltrokken, gevolgd door de kerkelijke inzegening in de Grote Lerk aldaar.

Uit dit huwelijk sproten vier dochters, de prinsessen Beatrix, Irene, Margriet en Marijke. De staatsrechtelijke positie van den Prins werd bepaald door de navolgende wetten: 1. bekrachtiging van het huwelijk door de StatenGeneraal; 2. naturalisatie. Bij K.B. van 3 Dec. 1936 werd hij benoemd tot kapitein (ritmeester) a la suite bij de Kon. Ned. Landmacht en het Kon. Ned.-Indische Leger en tot luitenant ter zee iste klasse a la suite bij de Kon.

Marine. Bij K.B. van 6 Jan. 1937 volgde de verlening van de titel van Prins der Nederlanden met het praedicaat Zijne Koninklijke Hoogheid. Op 3 Mei 1937 werd hem een wapen verleend. Ook werd de Prins benoemd tot adjudant in buitengewone dienst van H.M. de Koningin.Met zijn gezin op 10 Mei 1940 van IJmuiden naar Engeland overgestoken, nam Prins Bernhard aldaar levendig aandeel in de reconstructie van de Nederlandse weermacht en doorliep dienovereenkomstig de diverse rangen bij land- en zeemacht. Op 23 Aug. 1940 kwam zijn benoeming af tot kapitein ter zee k la suite bij de Kon. Marine, kolonel a la suite bij de Kon. Landmacht en bij het Kon. Ned.-Indisch Leger. Hij werd 30 Aug. 1941 benoemd tot hoofd der Kon.

Ned. Missie te Londen; met ingang van 25 Mei 1942 tot schout bij nacht van de Kon. Marine, gen.-majoor van de Kon. Landmacht, gen.-majöor-titulair van het Kon. Ned.-Ind. Leger.

Gerekend van 15 Dec. 1943 werd hij, buiten bezwaar van ’s lands schatkist, 15 Jan. 1944 benoemd tot vice-admiraal van de Kon. Marine, luit.-gen. van de Kon. Landmacht en luit.-gen.-titulair van het Kon. Ned.-Ind. Leger. Gerekend van 3 Sept. 1944 werd hij benoemd tot bevelhebber der Nederlandse strijdkrachten (hiervan eervol ontheven en benoemd tot inspecteur-generaal der Kon.

Landmacht 13 Sept. 1945). Sinds de bevrijding van het Z. des lands trad Prins Bernhard op als opperbevelhebber der Ned. Binnenlandse Strijdkrachten, een positie waarin hij opnieuw grote sympathieën verwierf. Op 5 Mei 1945 had in zijn tegenwoordigheid in hotel „De Wereld” te Wageningen de onvoorwaardelijke overgave van de vesting Holland met 125000 man Duitse troepen plaats. Op 15 Jan. 1947 is Prins Bernhard benoemd tot inspecteurgeneraal van de Kon. Marine.

Sedert 16 Juli 1946 is hij eredoctor in de rechtswetenschappen aan de universiteit van Utrecht. Hij is o.m. Grootkruis der orde van de Ned. Leeuw, Rechtsridder en Ereridder der Johannieterorde, Grootkruis in de Leopoldsorde van België, Commander Legion of Merit (V.S.), Knight Grand Cross of the British Empire en Commandeur der Mil. Willemsorde.

< >