Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LEGES BARBARORUM

betekenis & definitie

noemt men de oudste optekeningen van de onbeschreven gewoonterechten der verschillende Germaanse stammen, die zich bij de Volksverhuizing op het grondgebied van het Romeinse rijk hadden gevestigd (z volksrechten).

Met de capilularia formulae (dat zijn formulieren voor koop, schenking, invrijheidstelling van slaven, enz), oorkonden en de geschriften van historieschrijvers vormen ze onze kenbronnen voor het Germaanse recht van de Frankische periode. Verschillende leges barbarorum hebben hier en daar gegolden tot in de 10de-11de eeuw.

De voornaamste zijn: lex Salica (ca 500), het recht van de Salische Franken. Van alle leges vertoont deze de minste invloed van het Romeinse recht en in de oudste gedeelten zijn verschillende sporen van heidense opvattingen (ed. H. F. W. D. Fischer, Leiden 1948); lex Ribuaria (ca 800) van de Ribuarische Franken; lex ad Amorem (Ewa of lex Chamavorum) (ca 800). Ewa is wet of recht en dit recht gold voor een streek Amor (land); lex Frisionum (ca 785), oorspronkelijk voor Midden-Friesland tussen Vlie en Lauwerszee; lex Saxonum (9de eeuw, oudste stukken wellicht van ca 780); lex Thuringorum (Angliorum of Werinorum) (na 802), voor Noord-Thuringen of een streek westelijk daarvan; lex Visi-Gothorum (5de tot 8ste eeuw) (z antiqua, Eurik); lex Burgundionum (ca 500) op last van koning Gundobad, vandaar ook lex Gundobada genoemd; Pactus Alamannorum (7de eeuw); de lex Alamannorum (tussen 709 en 730) is op last van hertog Lantfries I vastgesteld; lex Baiuwariorum (tussen 739en749), het recht van de Beieren, aangevuld door de decreta Tassilonis (756, 770, 772); leges Langobardorum nl. Edictum Rothari (643) en Liutprandi (713-735) en wetten van Grimowald, Ratchis en Aistulf (z Langobarden).

Uitg.: alle zijn uitgeg. in de Monumenta Germaniae Historica; van de meeste bestaan ook andere edities. Fragmenten van de belangrijkste leges, die in Nederland hebben gegolden, in: Leges barbar, door J. van Ginneken S.J. en B. H. D. Hermesdorf (2de dr. 1947).

Lit.: E. J. J. van der Heyden en B. H. D. Hermesdorf, Aantek. bij de gesch. v. h. Oude Vaderl. Recht (5de dr. 1950) no 45 e.v. (met lit. opg. over de afzonderlijke wetten).

< >