Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LAPPEN

betekenis & definitie

(door henzelf Samelat of Samen, in Noorwegen Finnen genoemd) bewonen de noordelijke streken van Noorwegen, Zweden, Finland en het schiereiland Kola in Noord-Rusland. Vroeger strekte zich het gebied, waarover zij met hun rendieren trokken, veel verder naar het Z.uit, maar zij zijn door de Noren, Zweden en Finnen steeds meer naar de ongunstige streken in het N. gedrongen.

Men kan ze daarom rangschikken onder de „hoekvolken”, evenals bijv. de Bosjesmannen in Zuid-Afrika. Dezelfde conflicten als elders tussen nomaden en opdringende landbouwers ontstonden, deden zich ook hier voor. Nomaden beschouwen de grond, waarover zij trekken als de hunne, ook als ze tijdelijk elders zijn. Koloniserende landbouwers menen, dat niet permanent bezette grond Niemandsland is, waarop ze zich naar believen kunnen nederzetten, terwijl ze hun gewassen niet beschadigd willen zien door kudden vee. Ook hier hadden de nieuwkomers het staatsgezag achter zich, waardoor conflicten in hun voordeel werden opgelost, al was die oplossing dikwijls zeer onrechtvaardig. Het bouwen van spoorwegen en mijnen in Noord-Zweden gaf ook veel aanleiding tot wrijving. Als weidegebieden voor de rendieren bleven ten slotte slechts de voor Skandinaviërs en Finnen niet-bruikbare delen over, o.a. de hoge fjelden. Pas in de laatste tijd hebben de Skandinavische regeringen zich meer gelegen laten liggen aan haar Lapse onderdanen en zijn er enkele nuttige maatregelen tot verbetering genomen.Over de rassamenstelling bestaan nogal verschillende meningen. In elk geval hebben vele Lappen Mongoolse trekken. De lichaamslengte is gering van de mannen gemiddeld slechts wat meer dan 150 cm, van de vrouwen iets minder. De schedel is zeer breed, het gezicht min of meer driehoekig, het zgn. cerebrale type van Chaillou Ondanks de geringschatting door de buren is er toch heel wat menging geweest, waaruit ook de enkele blonde typen verklaard moeten worden. De Lappen spreken een Fins-Oegrische taal (z Lapse taal). Dat de staatsgrenzen in het N. tegenwoordig zo nauwkeurig zijn vastgesteld, brengt ook moeilijkheden met zich. De betrokken regeringen zien niet graag dat de grens overschreden wordt en om dit te beletten is er zelfs een hek van 400 km lengte langs de Fins-Noorse grens geplaatst.

In de schraal begroeide streken zijn uitgestrekte gebieden nodig voor het vee. Nu er zoveel minder beschikbaar is zijn de meeste Lappen tot een sedentair bestaan overgegaan. Nog slechts 1/7 leeft als nomaden en halfhomaden Van deze Bergtoppen wonen de nomaden in tenten van robbenvellen, de halfnomaden in hutten van kluiten aarde en hout, die men ook wel bij de Zeetoppen of Kustlappen aantreft Dezen leven van visserij wat landbouw en veeteelt. De Woudlappen doen aan visserij in de rivieren en aan rendierteelt. Bij hen en bij de Kustlappen treft men ook wel stevige houten huizen aan. Een groot deel van de rendieren, welker aantal enige honderdduizenden bedraagt, behoort aan de Berglappen.

Grote afstanden (in de winter trekt men omhoog naar enigszins sneeuwvrije fjelden) worden door hen afgelegd achter de rendieren aan. Het weinige huisraad en het voedsel worden op met een rendier bespannen sleden geladen Wie niet in een slede rijdt gaat er naast op ski’s. Men trekt in groepjes van enkele gezinnen die ieder van enige honderden tot enige duizenden rendieren kunnen bezitten. Hoewel men de kudden liefst gescheiden houdt, vermengen ze zich toch dikwijls met elkaar. Daarom drijft men in het voorjaar, na het kalven, de dieren in een grote omheinde ruimte en dan heeft de ,,rendierscheiding” plaats. Herkenningsteken is het oormerk dat de kalveren dan ook ontvangen Grote vaardigheid in het lassowerpen komt bij deze gelegenheid aan de dag. Dikwijls gaat door voedselgebrek en hevige koude veel vee verloren Het voedsel van de Berglappen bestaat uit rendiervlees en -melk, uit wilde vruchten en uit brood dat van de sedentaire bevolking wordt gekocht In iedere tent is koffie aanwezig en dikwijls ook brandewijn, waarop alle arctische volkjes verzot zijn. Het misbruik er van schijnt echter te zijn afgenomen.

De Lappen in Skandinavië zijn Luthers. In het midden van de 19de eeuw is hun religieuze leven sterk beroerd door het optreden van Laestadius, wiens boetpreken bij velen godsdienstige exaltatie deed ontstaan, zich uitend in wilde kreten en convulsieve bewegingen. Niet altijd kon hij de opwinding in toom houden, zodat er bijv. een groep optrad, die anderen met geweld wilde bekeren, waarbij zelfs slachtoffers vielen. De Lap Johan Turi verhaalt, hoe deze verdwaasden door anderen werden bedwongen en aan de Zweedse regering werden overgeleverd. Laestadius’ bestrijding van ondeugden, zoals de drankzucht, heeft gunstige gevolgen gehad.

De leerplicht in de Skandinavische landen geldt ook voor de Lappen, zodat analphabeten nauwelijks voorkomen. Ook aan hogere studie zijn verscheidene begaafde Lappen toegekomen.

PROF. DR J. J. FAHRENFORT

Lit.: K. B. Wiklund, The Lapps in Sweden (Geogr. Review XIII 1923); Carl Scheven, Tre stammers mete. Av Skouluk Andreas beretninger (3de dr. Oslo 1919 Duitse vert.: SkoulukAndreas. Berichte aus Lappland, Jena 1923); Das Buch des Lappen Johan Turi, herausgeg. v Emilie Demant (Frankfurt a. M. 1912); K. B. Wiklund, Lappische Studiën (Uppsala 1927); Idem Die Herkunft der L., in: Folkliv (1937); C. Scheven, Norge fort Land (1941, beschrijving v. h. landschap); K. B. Wiklund, Lapparnu (Oslo 1948); Björn Gollinder. The Lapps (N.Y. 1950). In H. D. Baars, Scandinavië (Meppel 1951) een goede beknopte beschrijving in Hfdst. VII.

< >