Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

LANDSKNECHT

betekenis & definitie

is de benaming voor een Duits huursoldaat op het einde van de 15de en in de 16de eeuw. Het eerst komt zij in die betekenis voor in 1486, onder keizer Maximiliaan.

Deze wordt de „vader der landsknechten” genoemd, hetgeen zeggen wil, dat hij de in zijn dienst staande landsknechten een vastere organisatie en samenhang heeft geschonken. De eerste bekende aanvoerder was Maximiliaans krijgsoverste George van Frundsberg. De landsknechten komen vooral uit Zuid-Duitsland, doch staan overigens noch tot het Duitse Rijk noch tot de afzonderlijke staten in een vaste betrekking. Zij gehoorzamen slechts de krijgsheer die hen heeft aangeworven, en leven onder eigen rechtspraak, uitgedrukt in de „artikelbrief”. Een „regiment” landsknechten is dus een geheel onafhankelijk legertje; het is verdeeld in compagnieën, elk onder een hoofd- of hopman. In de oorlogen van Maximiliaan, Karel V, de Franse godsdienstoorlogen en de Tachtigjarige Oorlog hebben zij een grote rol gespeeld. Het hoofdwapen was de lange piek of spies: later was een deel met vuurwapenen uitgerust. Het vrije, ongebonden leven der landsknechten weerspiegelt zich op eigenaardige wijze in hun karakteristieke kledij.

< >