(Physalis Franchetiï) behoort tot de familie der Solanaceeën. Ofschoon ze vaak Chinese lampionplant wordt genoemd, is ze afkomstig uit Japan.
Het is een overblijvende plant met slappe stengels van 70-90 cm lengte, welke in de oksels van de eivormige bladeren kleine vuilwitte bloemen draagt, welke uitgroeien tot een rode bes omgeven door een grote oranjerode blaas, ontstaan door de uitgegroeide kelkslippen. De stengels worden in Sept. gesneden en na het verwijderen van de bladeren gedroogd, waarna ze tijdens de winter lang prachtig decoratiemateriaal vormen. Ze groeit op elke grond en kan door uitlopers en zaden gemakkelijk worden vermenigvuldigd.De Ph. Franchetti var. Bungardii heeft veel meer, maar kleinere ballonnen en verdraagt heel goed schaduw. De Ph. Alkekengi (Jodenkers) komt wel als sierplant in tuinen voor. Zij is kleiner, heeft kleinere oranje bessen, omgeven door een kleinere rood-geaderde ballon vormige kelk. Zij groeit op steenachtige plaatsen in Midden- en Zuid-Europa en komt in Nederland soms ook verwilderd voor. De Ph. edulis (Ph. peruviana), afkomstig uit Centraal-Amerika, wordt rond de Middellandse Zee geteeld om de geelachtige, fijne, zure, eetbare vruchtjes. Deze zijn bekend onder de naam ananaskers. Van deze vruchtjes worden conserven, confituren en stroop gemaakt.