(oogprothese). Indien om de een of andere reden de oogbol moet worden verwijderd tracht men het ontsierende effect zo veel mogelijk te verminderen door het aanbrengen van een kunstoog.
Deze kunstogen werden tot voor kort meestal uit glas vervaardigd. De vorm van het kunstoog moet zo goed mogelijk zijn aangepast aan de vorm van de bindvlieszak, terwijl de kleur van het regenboogvlies van het andere oog in de prothese zo nauwkeurig mogelijk moet worden nagebootst. Men onderscheidt bij de glazen prothesen „schaalvormige” en holle „reform”protheses. Na Wereldoorlog II zijn de uit plastic vervaardigde protheses een belangrijke plaats gaan innemen. Het grote bezwaar, dat het kunstoog meestal minder beweeglijk is dan het normale oog, tracht men wel te ondervangen, door bij de operatie een uit plastic of uit ander materiaal vervaardigde bol in te planten, waaraan de oogspieren worden bevestigd. Het kunstoog wordt nu mechanisch of door middel van magnetische krachten aan deze bol bevestigd.In die, gelukkig zeldzame, gevallen, waarin niet alleen de oogbol, maar de gehele inhoud van de oogkas moet worden verwijderd, moet men zijn toevlucht nemen tot zeer gecompliceerde protheses, waarop ook de oogleden zijn geïmiteerd. Toch weet men ook in deze moeilijke gevallen soms zeer fraaie resultaten te bereiken.
Lit.: J. H. Prince, Recent Advances in Ocular Prosthesis (Edinburgh 1950).
