Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KRINGPROCES

betekenis & definitie

is in de natuurkunde een proces, waarbij het beschouwde systeem in dezelfde toestand eindigt als het begonnen is. Men kan bijv. bij 0 gr.

G. ijs smelten, het smeltwater verdampen en de gevormde damp weer doen condenseren tot ijs. Daar de smeltwarmte 80 cal./gram bedraagt en de verdampingswarmte van water 600, en daar men weet, dat de som van de toegevoerde warmtehoeveelheden voor het hele kringproces nul moet zijn, moet de sublimatiewarmte van ijs 680 cal./gram bedragen. Op dergelijke wijze berekent men vaak met behulp van een (reëel of denkbeeldig) kringproces één onbekende grootheid, die er in voorkomt. Er bestaan omkeerbare en onomkeerbare kringprocessen. Meestal worden met het woord de eerste bedoeld.In de thermodynamica speelt het zgn. kringproces van Carnot, bestaande uit twee adiabaten en twee isothermen, een grote rol. Hierbij verricht men eerst arbeid op het systeem, terwijl het thermisch geïsoleerd is, zodat het een adiabatische toestandsverandering ondergaat, waarbij de absolute temperatuur van T2, tot T1, stijgt. Bij de volgende verandering blijft de temperatuur constant, waartoe een warmte Q_} wordt toegevoerd, daarna daalt het weer adiabatisch van T1 op T2, om ten slotte weer isotherm in de begintoestand te worden teruggebracht onder warmteafvoer Q2. Dan kan men bewijzen, dat Q.1 : Q2 = T1 : T2, onafhankelijk van de aard van het systeem. Daar Q1 - Q2 de door het systeem verrichte arbeid is, vindt men voor de verhouding hiervan tot Q 1, het zgn. nuttig effect, de waarde (T1-T2)/T1. Dit geldt o.a. voor een ideale stoommachine, zoals Carnot voor het eerst opmerkte. Bij een keteltemperatuur van 120 gr. C. (T, = 393) en condensortemperatuur van 30 gr. C. (T, = 303) wordt het nuttige effect hiervan 90/ 393 = 23 pct.

< >