op klimatologische kaarten zijn de lijnen, die de plaatsen op aarde met gelijke gemiddelde temperatuur, mits herleid tot zeeniveau, met elkander verbinden. In de buurt van de polen omsluiten de isothermen kleine gebieden waarbinnen de zgn. koudepolen der aarde liggen, terwijl men in de tropen een warmte-aequator of thermische aequator kan aangeven.
Bijzondere isothermen zijn de isochimenen, de lijnen van gelijke gemiddelde wintertemperatuur en de isotheren, de lijnen van gelijke gemiddelde zomertemperaturen. Voor de herleiding op zeeniveau is een correctie van 0,5 gr. per ioo m overeengekomen. Op weerkaarten wordt geen reductie op zeeniveau voor de isothermen toegepast. In de nieuwere klimatologische werken worden op grond van het onderzoek der hogere luchtlagen ook isothermen voor hogere niveau’s gegeven, maar in samenvattende voorstellingen over de gehele aarde moet men zich bij gebrek aan gegevens nog met verticale doorsneden door de isothermenvlakken behelpen. In onze zomer ligt bijv. het isothermvlak van o gr. C. aan de noordpool op 1,6 km hoogte, van 30-20 gr.
Br. op 6 km hoogte, in de winter snijdt het vlak in de buurt van 60 gr. Br. het aardoppervlak. Behalve de jaarisothermen spelen vooral die der uiterste maanden (Jan. en Juli) in de klimatologie een grote rol.