Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Koorbanken

betekenis & definitie

dienen als zitplaats voor de geestelijkheid in het koor, het oostelijk gedeelte van de kerk, dat voor de zangers bestemd is en door hekken van de rest is afgescheiden en dat zijn grootste ontwikkeling kreeg tijdens de Gothiek, met omgang en kapellenkrans. De banken werden langs de wanden of voor de zuilen of pijlers aan de noorden zuidzijde hiervan geplaatst.

Deze gestoelten zijn altijd van hout en hebben soms verscheidene rijen zitplaatsen en verder een overhuiving voor de acoustiek. De zijkanten zijn gesloten en deze wangen zijn vaak met beeldhouwwerk versierd. De zitplaatsen zijn opklapbaar en hebben misericordes. Zeer rijke Gothische exemplaren vindt men in Ulm van Jörg Syrlin 1469-’74) en in de Minderbroederkerk te Cïeve (1474). Tot de oudste in Nederland hoort het gestoelte te Breda (midden 15de eeuw). Latere Gothische stukken vindt men nog in Bolsward (1475), ’s-Hertogenbosch en Haarlem. De mooiste Renaissance-koorbank in Nederland is wel die in de grote kerk te Dordrecht van Jan Terwen Aertsz (1538-’42), die in de achterwand een fries heeft met voorstellingen uit het Oude en Nieuwe Testament, die iconografisch een unicum zijn, uit de Romeinse geschiedenis en van een triumftocht van Karel V. Van de vele Barokgestoelten is dat te noemen van Quellinus, in de St Jacobskerk te Antwerpen.Lit.: D. Bierens de Haan, Het Houtsnijwerk in Nederland (Den Haag 1921); M. Coppens, Koorbanken, Barok (Amsterdam 1947); Idem, Gothiek (Amsterdam 1948); Idem, Gothiek II (Amsterdam 1949).

< >