Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

KOLIEK

betekenis & definitie

(1) is een plotseling beginnende, snijdende pijn in de buik, die geleidelijk heviger wordt en na het bereiken van het hoogtepunt meer of minder snel afzakt, maar meestal aanvalsgewijze terugkeert. Koliekpijnen kunnen zo hevig zijn, dat de patiënt het uitschreeuwt.

Door verandering van lichaamshouding zoekt hij verlichting van de pijn te vinden; daardoor ontstaat vaak een grote onrust en bewegingsdrang. Vele koliekpijnen hebben de eigenschap uit te stralen naar de omgeving op een wijze, die zo kenmerkend is, dat men er met grote waarschijnlijkheid de plaats van oorsprong uit kan afleiden. Mede doordat de buik bij deze pijnaanvallen zo vaak is opgezet heeft men oorspronkelijk gedacht, dat zij ontstonden in de dikke darm (colon); vandaar de naam (Lat. colica passio = ziekte van de dikke darm). Maar ook in andere holle organen (dunne darm, galblaas, galgangen, nierbekkens, ureters) kunnen kolieken ontstaan door de krampachtige samentrekking van de gladde spieren in de wand dezer organen. Het veelvuldigst zijn gal-, nier- en darmkolieken. Galkolieken stralen vaak uit naar de rug en naar de rechterschouder, nierkolieken daarentegen naar onder, naar de blaasstreek of naar het bovenbeen. De hevigste darmkolieken komen voor bij ileUS.DR. H. J. VIERSMA

(2, bij de dieren) is de verzamelnaam voor alle aandoeningen van de buikorganen, die gepaard gaan met min of meer hevige pijn. De oorzaken van de koliek zijn vele: maaguitzetting door overvoeding, abnormale gisting, darmontsteking, verstopping, darmstenen, liggingsveranderingen (draaiing, insnoering, afklemming bij breuken), sterke uitzetting van bepaalde darmgedeelten door gasophoping (windkoliek), zandophoping (zandkoliek), buikvliesontsteking, baarmoederontsteking, thrombose van bloedvaten in het darmscheil enz.

De acute darmontsteking wordt veroorzaakt door verschillende bacteriën (o.a. paratyphus), door bedorven of ongeschikt voedsel, sterke afkoeling, chemische vergiften of giftige planten; de chronische door tuberculose, paratuberculose en vele parasitaire invasies. Verstopping komt het meest voor in streken met gemengd landbouwbedrijf, waar het vee gevoerd wordt met de producten van eigen boerderij, maar ook met afvalproducten zoals kaf en stro. Celluloserijk, droog voedsel leidt gemakkelijk tot verstopping. Bij het rund worden dan vooral de voormagen, bij het paard de dikke darm, gevuld met een droge, harde massa, die door de normale maag- en darmbewegingen niet behoorlijk kan worden verwijderd. Soms kunnen de faeces in een darmgedeelte indrogen tot een keiharde massa (faecaalsteen, phytoconcrement). Een dergelijk concrement geeft evenals een echte darmsteen aanleiding tot herhaalde koliekaanvallen met kortere of langere intervallen. Echte darmstenen ontstaan door afzetting van zouten rondom een kern, bijv. een haverkorrel.

De liggingsveranderingen van de darmen bij het paard betreffen bijna steeds de dikke darm en zijn anatomisch te verklaren uit de vrij beweeglijke fixatie van een gedeelte van de dikke darm in de buikholte; de ligging in twee lagen boven elkaar is mede de verklaring van het feit, dat een draaiing rondom de lengteas kan plaatsvinden, zodat de bovenste laag beneden en omgekeerd de benedenste laag boven komt te liggen. De diagnose is niet gemakkelijk; de opheffing er van nog moeilijker. Slechts zelden gelukt het door middel van de in het rectum gebrachte arm of door wenteling van het paard. Lukt het niet dan sterft het paard binnen een etmaal.



Windkoliek
ontstaat door ophoping van gassen in de darmen, waardoor deze enorm opzetten. Door een streng aseptische darmpunctie kan spoedig herstel worden verkregen.

In lichte gevallen openbaart het paard zijn koliek door telkens omzien naar de buik, krabben met de voorbenen en dikwijls gaan liggen en weer opstaan. In zwaardere gevallen ligt het dier op zijn zijde en schopt met alle 4 poten heftig van zich af. Het hoofd wordt bij het liggen telkens weer opgeheven. De temperatuur en pols lopen snel op. Gelukkig beschikken wij over tal van pijnstillende middelen, die echter niet alle de oorzaak van de koliek wegnemen. Opium e.d. mogen nooit bij verstoppingskoliek worden gegeven, daar de obstipatie verergert. Bij deze moeten juist grote hoeveelheden water en wateraantrekkende middenzouten worden toegediend om de droge faeces te verweken. Dit geschiedt door middel van een neussonde (rubberslang). Deze wordt via de neus in de maag gebracht, waarna men met een trechter elke gewenste hoeveelheid er door kan laten lopen.

Bij runderen is vaak een nierbekkenontsteking de oorzaak van de koliek. Hevige koliekpijnen zien we bij het rund ook door een ontsteking van de ongepigmenteerde huid in de zomer. Met het gras en de weideplanten worden bepaalde kleurstoffen opgenomen, die bij daarvoor gepraedisponeerde dieren de huid overgevoelig maken voor zonlicht (photosensibilisatie). De gepigmenteerde haren beschermen de huid tegen deze lichtinwerking, niet de witte. De witte huidplaatsen raken ontstoken en er treedt versterf in op, gepaard met heftige pijn, zodat het rund voortdurend met de poten naar de buik slaat. Van bepaalde planten is de kleurstof bekend, die deze photosensibilisatie kan geven: van boekweit het fagopyrine, van hypericiumsoorten (St Janskruid) het hypericine.

< >