Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 20-02-2022

Koeno henrlcus eskelhoff gravemeyer

betekenis & definitie

Nederlands predikant en verzetsstrijder in Wereldoorlog II, (Oosthem, gem. Wymbritseradeel, 25 Febr. 1883) stammend uit een bekend Hervormd predikantengeslacht, stond te GiessenOudkerk (1911), Voorburg Z.H. (1915), ’s-Gravenhage 1940 tot hij op 1 Apr. 1940 secretaris werd van de Algemene Synode der Nederl.

Hervormde Kerk. Dit bleef hij gedurende de Duitse bezetting. In deze tijd was hij tevens voorzitter van het Interkerkelijk Overleg (I.K.O.), waarin Protestanten en Rooms-Katholieken samenwerkten als kerken tegen de steeds verder doordringende en ingrijpende maatregelen van de bezetter. Onder zijn beleid kwam het ontwerp voor een nieuwe kerkorde tot stand. Na de bevrijding werd Gravemeyer Algemeen Gedelegeerde van de Generale Synode, van de Algemene Synodale Commissie, van de moderamina en van het secretariaat. Mrt 1946 benoemde de Senaat der Rijksuniversiteit te Utrecht hem tot dr theol. honoris causa en 31 Aug. 1946 benoemde H.

M. de Koningin hem tot Groot-Officier in de Orde van Oranje-Nassau. In de Kerk is Gravemeyer, overtuigd Calvinist en presbyteriaal gezind, een even overtuigd voorstander van het zgn. kerkelijk gesprek tussen de richtingen, van Gemeente-opbouw (met H. Kraemer en W. Banning), van het werk van Kerk en Wereld en vele andere sociale en evangeliserende werkzaamheden.PROF. DR J. N. BAKHUIZEN VAN DEN BRINK

< >