is de naam van een in het Germaanse volksgeloof zeer bekende huisgeest, die in de Nederlanden meestal kabouter heet. Doorgaans bewijst hij aan de bewoners van het huis, waarin hij woont, goede diensten, maar ook als kwelgeest is hij bekend.
Hij wordt als een dwergachtig wezen voorgesteld van dikwijls zeer kleine afmetingen, in een ouderwetse dracht gekleed en met een (rode) muts of hoed getooid, die hem de gave der onzichtbaarheid verleent. Maar ook kan hij de gedaante van een dier (kat, wezel, kalf, vogel, slang enz.) aannemen. Met het Christendom staat hij op gespannen voet; men kan hem dan ook door het uitspreken van een bezwering verdrijven. z verder kabouter.Lit.: Weiser-Aall in: Bachtold-Staubli, Handwörterb. des deutschen Aberglaubens, V (Berlin, Leipzig, 1932-1933), kol. 29-47.