(Elateridae) vormen een grote familie van kevers (ca io ooo soorten, waarvan 70 inlands) die haar naam ontleent aan het knappende geluid, dat de kevers maken wanneer zij van de rugligging uit omhoog springen. Het eerste en tweede borstsegment zijn nl. bijzonder beweeglijk met elkaar verbonden.
Bovendien draagt het eerste borstsegment aan de achterrand van de buikzijde een soort doorn, die past in een groef van het tweede, maar, om daar in te geraken, met zijn bultige bovenrand (of onderrand als het dier op zijn rug ligt) over de voorrand van de groef moet worden gedreven. Dit vereist een aanzienlijke krachtsinspanning, zodat, wanneer de weerstand eenmaal overwonnen is, de doorn met grote snelheid in de groef schiet, evenals de ene helft van een drukknoop in de andere. Daarbij ondergaat dan het lichaam even een sterke buikwaartse kromming waardoor het in de hoogte wordt geworpen waarbij het dier de kans krijgt weer op zijn poten terecht te komen.De larven van de kniptorren zijn zeer langwerpig, vrij hard, meestal bruinachtig en vertonen over het algemeen gelijkenis met meelwormen. Zij dragen de Nederlandse naam ritnaalden en behoren tot de schadelijkste insecten vooral in grasland en gescheurd grasland, maar ook in de zaaibedden van boomkwekerijen. De ritnaalden leven nl. in de grond, vnl. wel is waar van halfvergane plantendelen maar ook van wortels en de onderste gedeelten van stengels. Aangezien de ritnaalden een vrij lange ontwikkelingsduur hebben (al naar de soort, wisselend van 10 maanden tot 5 jaar) doen zij het meeste kwaad daar waar door de cultuur de bodem zelf niet omgewoeld wordt. De bestrijding is, zoals bij alle bodeminsecten, vrij moeilijk. Wellicht het meest effectief is, op grote schaal ten minste, een juiste keuze van kunstmeststoffen omdat er hieronder zijn, die de ritnaalden slecht verdragen.
Behalve deze planten- en humuseters komen ook vele soorten voor die een carnivore levenswijze voeren. In Zuid-Amerika leven grote kniptorren, de Cucujo’s, welke lichtgevende organen bezitten die soms zelfs verschillend gekleurd licht uitzenden.
DR G. BARENDRECHT.