racistische en tegen de vreemdelingen gerichte godsdienstige beweging in Belgisch-Kongo. Het woord betekent in Kiswahili „het rijk, de komst” (van de Messias) en is een misvorming van de benaming „Watch Tower”, die eerst „Ki-Tower”, daarna „Kitawala” werd.
De Kitawala drong in 1923 het Z. van Katanga binnen door propagandisten der Jehova’s Getuigen, die uit Nyassaland en Noord-Rhodesië kwamen. De beweging heeft zich daarna over de gehele provincie verspreid en is ook de provincies Kivoe en Kasaï binnengedrongen. Zij zou zelfs in de streek van Stanleystad en Francquihaven een contact tot stand hebben gebracht met het Kibangoeïsme. Zij bedreigt vooral het Z. van Katanga, omdat een belangrijke groep van haar aanhangers in de Copperbelt en in Noord-Rhodesië gevestigd is. De beweging vertoont in Belgisch-Kongo een uitgesproken revolutionnair karakter: zij beschouwt het Europees gezag als een emanatie van de Satan of van het dier van de Apocalypse. Zij werd bij ordonnantie van de gouverneur-generaal d.d. 11 Jan. 1949 in het gehele gebied verboden. Haar aanhangers worden in de landbouwkolonie
voor verbannenen, „Colagrel”, te Kasagi, provincie Katanga, district Loealaba, gewest Dilolo, ondergebracht.
Lit.: Bulletin des jur. indigènes et du droit coutumier congolais (1944), blz. 231; Essor du Gengo, 25 en 29 Sept. 1945; Buil. de l’Assoc. des anciens étudiants de l’Institut univ. des territoires d’outre-mer, Nr 8, art. Wauthion.
