Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Kartuizers

betekenis & definitie

monniken-orde (priesters en broeders), in 1084. door de H. Bruno van Keulen in het gebergte bij Grenoble gesticht.

Het eerste moederhuis was de Grande Chartreuse, waaruit de kloosterlingen tot tweemaal toe (Franse Revolutie en kloosterwetten van 1903) werden verdreven, maar waarheen zij telkens terugkeerden, de laatste maal in 1940. Bij de eerste zes leden, 4 priesters en 2 leken, voegden zich spoedig vele anderen, zodat het aantal kloosters zich steeds uitbreidde (in 1521 reeds ruim 200). De Nederlanden telden er 20, nl. elf ten Z. van de huidige Nederlands-Belgische grens en negen ten N. daarvan.De orde is contemplatief, waarbij zij het coenobitisme met het eremitisme verenigt m.a.w. zij bestaat uit kluizenaars, wier eenzaamheid wordt afgewisseld door gemeenschappelijke oefeningen van gebed. Zij bewonen dan ook geen gewone kloostercel, maar hebben elk voor zich een cel-woninkje, een zgn. kluis, bestaande uit een woonvertrekje, waar de monnik bidt, studeert, slaapt en vaak zijn maaltijd gebruikt, een werkplaats, een wandelgalerijtje en enkele vierkante meters grond. Deze kluizen, meestal ten getale van 12 of 24, zijn gelegen rondom een gebouw met kerk en tommunileitslokalen aan een zeer lange kruisgang, waarlangs de monniken zich naar de kerk of een andere zaal begeven. Het kloosterleven is gebaseerd op de regel van de H. Benedictus, de brieven van de H. Hieronymus en enkele andere oude monastieke teksten, waarbij zich in de loop der eeuwen de besluiten der Generale Kapittels voegden.

De orde werd in 1133 door paus Innocentius II goedgekeurd. Een ontaarding heeft deze kloosterorde niet gekend. De liturgie is eenvoudig en sober, de zang Gregoriaans en zonder begeleiding, het officie indrukwekkend.

Bleven in de Zuidelijke Nederlanden tijdens de hervorming de meeste kloosters voortbestaan, in de Noordelijke Nederlanden overleefde alleen het klooster van Roermond die godsdienststrijd. Op het einde der 18de eeuw verdwenen door de maatregelen van keizer Jozef II en de Franse Revolutie alle kloosters zowel in Noord- als in Zuid-Nederland. Heden omvat de orde nog een twintigtal kloosters, waarvan 9 in Italië, 4 in Spanje en 3 in Frankrijk. In Nederland is de oprichting van een Kartuizerklooster in voorbereiding. De daarvoor bestemde Nederlandse communiteit is merendeels gevestigd in het eeuwenoude klooster te Calci bij Pisa. De kleding der Kartuizers bestaat uit een witte soutane, waarover een witlederen gordel en daarover, afhangend langs borst en rug, een wit scapulier met dito kap.

H. J. J. WACHTERS

Lit.: B. du Moustier, Kartuizers (Tilburg 1947); Pieter v. d. Meer de Walcheren, Het Witte Paradijs (Utrecht 1948); Introduction a la vie intérieure. Par un Chartreux de la Valsainte (Lyon 1941, Ned. vert. d. M. Molenaar: Inleiding tot het inwendig leven door een Kartuizer, Tilburg 1947); De Kartuizers terug naar Nederland, door een Nederl. Kartuizer te Calci (Den Bosch 1949).

Kartuizernonnen

bestonden als „ordezusters” reeds in 611 te Prébayon, in het diocees Vaison in Frankrijk, in het klooster St Andreas, dat de zalige Germilia, een verwante der H. Radegunda, gesticht had, dus reeds 500 jaar voor de H. Bruno. Onder de H. Anthelm, 7de prior der Kartuizers, sloten deze nonnen, die tot nu toe de regel van de H. Caesarius volgden, zich in 1145 bij de Kartuizers aan en heten eerst van toen af: Kartuizernonnen of Kartuizeressen. Zij volgen de regel der monniken, alhoewel met enige verzachting wat betreft de eenzaamheid.

In de tijd der Franse Revolutie werd het getal kloosters gereduceerd tot vier. Tegenwoordig tellen de Kartuizerzusters 4 kloosters nl. twee in Frankrijk (Beauregard en Nonenque) en twee in Italië (Francesco en Motta Grossa).

< >