Zwitsers romanist (Langenthal, 24 Apr. 1877), ontplooide reeds als leraar aan de Kantonschule te Aarau een grote wetenschappelijke activiteit (1901-1906). In 1907 werd hij buitengewoon hoogleraar taal- en letterkunde aan de Universiteit te Zürich; in 1908 gewoon hoogleraar.
Zijn belangrijkste werk is de Sprach- und Sachatlas Italiens und der Südschweiz (sinds 1928), die hij te zamen met J. Jud uitgeeft. Jaberg is, met deze mede-uitgever, de voornaamste vertegenwoordiger van de school der dialectgeografie in Zwitserland. Hij sluit sterk aan bij de beweging „Wörter und Sachen”, en heeft ook getracht het historische principe in de dialectgeografische studies te brengen, o.a. in zijn Sprachgeographie (Aarau 1908).Bibl. (behalve de genoemde werken): Pejorative Bedeutungsentwicklung im Französischen, mit Berücks. allg. Fragen der Semasiologie, diss. Bonn (Halle 1901); Ueber die assoziativen Erscheinungen in der Verbalflexion einer südostfr. Dialektgruppe (Aarau 1906); Sprache als Äusserung und Sprache als Mitteilung (1917); Aspects géographiques du langage (avec 19 tables) (Paris 1936). Met J. Jud, Der Sprachatlas als Forschungsinstrument (1928).
