(eigenlijk Kemósj) was de nationale god van Moab, hetgeen zonder enige twijfel blijkt uit de inscriptie van de stela van Mesa. Indien men Jeftha’s aanspraak naar de letter neemt, werd deze god ook door de Ammonieten, althans door sommigen onder hen, aangenomen.
Men heeft de god afgebeeld gezien in een Palestijns monument: met de speer doodt hij het serpent. Kamos, aldus getypeerd, komt voor als een oorlogsgod. Latere voorstellingen brengen hem in verbinding met Ares. De zegel van Kamos-Yehi schenkt hem als symbool de gevleugelde schijf. Op de zegel van Kamos-zadok verschijnt hij als een viervleugelige godheid: wat hem in verbinding brengt met Kronos-El van Byblos. Maar mogelijk is hier syncretisme in het spel. Ook met Ashtar wordt hij verbonden.Lit.: St. A. Gook, The Religion of Ancient Palestine (London 1930); W. F. Albright, Archaeology and the Religion of Israël (Baltimore 1942); Idem, From the Stone Age to Christianity (Baltimore 1946).