(Z Karna), heet het belangrijkste leerboek van de wetenschap der liefde (Kam as as tra). Het werd uit werken van oudere meesters, o.a.
Svetakotu, samengesteld door Mallanaga Vatsyayana en dateert vermoedelijk uit de 4de eeuw na Chr. In de 13de eeuw schreef Yasodhara Indrapada (onder Vïsaladeva, 1243-1261) een uitvoerige commentaar, de Jayamangala. In de Kamasütra wordt op wetenschappelijke, maar pedante en droog-didactische wijze, het ganse gebied der erotiek, tot in onderdelen besproken. In stijl sluit het aan bij de Kautiliya-Artha-sastra, het beroemde leerboek van de wetenschap van het nut (artha-sastra). Tot heden staat het bij de Indiërs in hoog aanzien en voor de kennis van het oude Indische stadsleven is het van uitzonderlijke waarde.Bibl.: Tekstuitg. door Pandit Durgaprasada (Bombay 1891); Duitse vert. d. R. Schmidt (Leipzig 1897, 7de dx. 1922), Eng. d. H. S. Gambers (2de ed., Amritsar 1930).
Lit.: R. Schmidt, Beitr. z. indischen Erotik (Leipzig 1902); M. Winternitz, Gesch. d. indischen Lit., dl III (Leipzig 1920); A. B. Keith, A History of Sanskrit Lit. (2de dr., London 1941).