(Mongools: chalga = poort, Chinees: Tsjangkiakou), gelegen op 40° 53' N. Br. en 114° 50' O.L. v.
Gr., een belangrijke stad in de Noordchinese provincie Tsachar, ligt op ruim 900 m hoogte aan de spoorlijn Peking - Pautoe, die in 1911 tot hier werd opgengesteld. Als poortstad aan de Chinese muur was de stad vanouds het centrum van de Chinees-Mongoolse handel en van groot strategisch belang. Er waren ook verbindingen met Oerga (thans Oeljanbator), de hoofdstad van Buiten-Mongolië, en met Siberië, waarheen met ossenwagen- en kameelkaravanen thee (brikketthee), opium, enz. werden vervoerd. Uit die gebieden werden ingevoerd kameelhaar, bont, huiden, die in Kalgan bewerkt werden voor doorvoer naar het Z. Sedert 1933 vond een intensieve Japanse infiltratie plaats en in 1937 viel de stad in Japanse handen. In 1945 koos de bevolking de communistische zijde. De spoorlijn is hersteld en wordt met toenemende intensiteit gebruikt.