(Russisch = K.D.’s, aanvangsletters van de eigennaam Konstitutioneel-Democraten), Russische partij, ook „partij der volksvrijheid” genoemd, die de vorming van een parlementaire democratie naar Westeuropees voorbeeld voorstond. Zij werd gesticht in de winter van 19041905, bestond vnl. uit intellectuelen en werd geleid door de historicus Miljoekow.
Haar orgaan was het dagblad Retsj. In de Eerste Doema (1906) was zij de sterkste partij. Toen deze Rijksdag 21 Juli door minister Stolypin ontbonden was, richtten de Kadetten van uit Wiborg in Finland een manifest tot het Russische volk, waarin zij het aanspoorden tot dienst- en belastingweigering. Toch liep het aantal Kadetten in de Tweede Doema (1907) van 180 tot 96 terug, omdat de socialisten in 1905 niet aan de verkiezingen hadden deelgenomen, wat zij nu wel deden. Iets gematigder was onder deze omstandigheden de tactiek der Kadetten in de Tweede Doema: zij lieten o.a. hun eis van ministeriële verantwoordelijkheid vallen en lagen meestal met de socialisten overhoop. Door de verandering in het kiesstelsel in Juli 1907 na de ontbinding der Tweede Doema bleef de politieke invloed der Kadetten gering tot de Maartrevolutie van 1917, toen zij wederom korte tijd leidende partij werden in de burgerlijke republiek, totdat Kerenskij de macht aan zich trok.
