de elfde letter van ons alphabet, is het Latijnse teken |<, dat in het Latijn bijna geheel door C verdrongen werd; het bleef slechts in gebruik in Karthago en kalendae en kwam hoogst zelden in een paar andere woorden voor. Het Latijnse alphabet heeft het teken aan het Griekse ontleend, waarin |< (kappa) door omkering uit >| ontstaan was, welk teken weer is ontleend aan de Phoenicische >|, genaamd kaf ’’palm van de hand”, welk woord er mee begint.
Het Griekse letterteken heeft de getalwaarde 20. De Romaanse talen gebruiken de k even weinig als het latere Latijn: het teken komt er alleen in leenwoorden voor. Daarentegen heeft in de Germaanse talen de C in het algemeen voor K moeten wijken. In het Nederlands is de C alleen in de ch en in vreemde woorden bewaard.De door de K voorgestelde spraakklank is de stemloze, velare occlusief, die door een articulatie tussen het zachte verhemelte (velum) en de achter- of middeltong gevormd wordt.
Afkortingen:
K = in de scheikunde kalium; Koninklijk;
K. of Knt. = (Engels) knight = ridder;
Kap. = kapitaal, kapittel, kapitein;
Kar. = karaat;
K.A.v.W. = Koninklijke Akademie van Wetenschappen;
K.B. = Koninklijk Besluit;
K.E.M.A. = Keuringsdienst van Electrische Materialen, Arnhem;
kg = kilogram;
kg = massa van een kilogram, kg = gewicht van voorgaande (kg = 9,80665 kg m/sec2);
K.H. = keizerlijke of koninklijke hoogheid;
K.K. = keizerlijk en koninklijk;
K.L.M. = Koninklijke Luchtvaart Maatschappij;
K.M. = keizerlijke of koninklijke majesteit;
km = kilometer;
K.M.A. = Koninklijke Militaire Akademie;
K.N.A.C. = Koninklijke Nederlandse Automobiel Club;
K.N.A.G. = Koninklijk Nederlands
Aardrijkskundig Genootschap;
K.N.M. = Koninklijke Nederlandse Marine;
K.N.M.I. = Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut;
K.N.S.M. = Koninklijke Nederlandse Stoombootmaatschappij;
K.N.Y.C. = Koninklijke Nederlandse Yachtclub;
K.P.M. = Koninklijke Paketvaart Maatschappij en Koloniale Petroleum Maatschappij;
K.R.O. = Katholieke Radio Omroep;
kub. = kubiek-;
kW = Kilowatt;
kWh = kilowatt-uur;
K.z. = in de handelstaal kort zicht.
DR B. VAN DEN BERG.
KAAB
of Ka’b ibn Zoeheir, Arabisch dichter uit de tijd van de profeet Mohammed en zoon van een bekend dichter uit de heiden tijd. Ten gevolge van satirische gedichten tegen Mohammed had deze hem vogelvrij verklaard, maar volgens de overlevering verscheen hij eenmaal plotseling in Medina, waar hij een beroemd geworden lofdicht op de Profeet uitsprak. Deze zou als teken van vergeving hem zijn mantel over de schouders hebben geworpen. Het lofdicht is daarom ook bekend als de Boerda (d.i. „mantel”). Er bestaan talrijke commentaren op. Het is in het Arabisch en Latijn door Lette (Leiden 1748) en door Freytag (1823), alsmede te Calcutta uitgegeven.
In 1910 verscheen te Algiers een uitgave met Franse vertaling door R. Basset. De Diwân van Kaab is nog nooit uitgegeven.
