is de verzamelnaam voor de bij het dorsen van zaadleverende gewassen losgeslagen plantendelen (vnl. kelk- en kroonkafjes, kafnaalden e.d.), die door hun lichte gewicht met behulp van de wind (wannen) of door een in de dorsmachine ontwikkelde luchtstroom uit het zaad geblazen kunnen worden. Dit kaf wordt meestal verbrand, soms als voedermiddel gebruikt.
De voedingswaarde is meestal hoger dan die van het overeenkomstige stro.