Spaans romanschrijver (Portugalete, Bilbao, 1901), werd eerst laat bij het grote publiek bekend. Van Unamuno, als Zunzuneguf een Bask, werd hij te Salamanca een leerling en spoedig een vriend.
Zunzunegui’s eerste werk is een bundel verhalen en beschrijvingen van zijn geboortestreek, Vida y paisaje de Bilbao (1926). Vervolgens schreef hij een boek over een onderwerp uit de sportwereld, Chiripi (1931). Maar zijn schrijverstalent openbaarde zich pas ten volle in El Chiplichandle (1940), een naam die willekeurig is gevormd uit „shipchandler”. Voor zijn roman jAy... estos hijos! werd hem de Fastenrath-prijs (1943) toegekend door de Kon. Spaanse Academie; in 1949 verwierf hij de „Premio Nacional de Literatura” voor La Ulcera. In 1950 publiceerde hij Las ratos del barco en El supremo bien; daarvóór nog verschenen El barco de la muerte (1945) en La quiebra (1947) Laatstelijk kwam uit de Madrileense roman Esta oscura desbandada (1952).
De meeste figuren van zijn oeuvre zijn Basken. Sommige van hen hebben de typisch Baskische humor, die de schrijver voortreffelijk doet uitkomen; andere worden overweldigd door droefheid en wanhoop. De handeling in zijn verhalen is van een grote heftigheid, de verteltrant uitermate boeiend. Sommige van de romans zijn vertaald.