Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 23-01-2023

Joseph EÖTVÖS

betekenis & definitie

baron, Hongaars schrijver en staatsman (Ofen 13 Sept. 1813- 3 Febr. 1871), studeerde te Pest in de rechten. Reeds in 1830 had hij een paar blijspelen en een treurspel in het licht gegeven, die algemene bijval vonden, nl. Kritikusok (De critici), Házasulók (De trouwlustigen) en Boszù (Wraak).

Nadat hij een reis had gemaakt door Europa schreef hij een werk over de hervorming van het gevangeniswezen (1842), dat veel opzien baarde en niet zonder gevolgen bleef. Daarop volgde zijn roman Karthausi (De Karthuizer 1842), die tal van uitgaven beleefde. Men heeft deze roman wel eens de laatste uitloper van de Werther-René-stemming in de Europese literatuur genoemd. Toen zich de liberalen vervolgens verdeelden in municipalisten en centralisten (voorstanders der federatieve en der ene ondeelbare republiek) sloot hij zich bij laatstgenoemden aan en de artikelen, die hij daarover leverde in de Pesti Hirlap, werden in 2 bundels verzameld. Daarna schreef hij twee grote romans: A falu jegyzöje (De dorpsnotaris, 3 dln, 1845) en Magyarország 1514 ben (Hongarije in 1514, 1847). In de eerste keert Eötvös zich ten zeerste tegen de l’art pour Part tendens, in de tweede geeft hij een levendige beschrijving van de grote boerenopstand onder de regering van Wladislaus II. Na de revolutie van Mrt 1848 was hij korte tijd minister van Eredienst. 18 Febr. 1867 werd hij, die absoluut voorstander van de Ausgleich met Oostenrijk was, minister van Eredienst en Onderwijs. Hij voerde als zodanig o.a. de leerplicht en de neutrale gemeenteschool in. Als minister van Eredienst hield hij aan het beginsel vast van volkomen gelijkstelling van de leden van alle bestaande kerkgenootschappen en volkomen zelfstandigheid van deze onder het oppertoezicht van de staat. Zijn staatkundig werk A XIX század uralkodó eszméinek befolyása az álladalomra (Becsbin 1851; De invloed van de heersende denkbeelden der 19de eeuw op de staat, Duitse vert. in 2 dln, 1851-’54) is geschreven onder invloed van De Tocqueville. Eötvös komt daarin op voor de rechten van de individu tegenover de staat; het werk doet enigszins denken aan Mill’s On Liberty.Bibi.: Die Gleichberechtigung der Nationalitäten in Oesterreich (anoniem, Pest 1850, 2de dr. met zijn naam 1851); Die Nationalitätenfrage. Aus d. Ung. übers. (Wien 1865); Verz.Werken in het Hong. (20 dln, 1901-’13, Duitse vert. 1919).

Lit.: Z. Ferenczi, J. E. (Buda Pest 1903, Hong.); Bihari, De politiek v. J. E. (ald. 1916, Hong.).

< >