(oorspr. Opatowski), Jiddisch romanschrijver en essayist (Mlava, Polen, i Jan. 1887), sinds 1907 in New York gevestigd.
Na zijn debuut in de Jiddische literatuur in igio met de novelle Aan de andere zijde van de brug, verscheen van zijn hand een reeks grotere en kleinere werken, die onderwerpen behandelen hetzij uit het contemporaine leven van alledag, hetzij uit het verre verleden. Opatoshu verrijkt het Jiddische proza met nieuwe klanken. Nieuw is ook het milieu, dat hij schildert. Het is niet het zoete heimwee naar het Poolse stadje en zijn mijmerende bewoners, maar wel de krachtige, levenslustige, met de natuur verbonden figuren, die met zware vuisten zich een weg door het leven banen. Zij treden ons tegemoet in de Roman van een paardendief, die zich op Poolse bodem afspeelt, evenals in het boek Uit het New Yorkse ghetto. Hetzelfde geldt voor de bundels novellen Onderwereld en Klassestrijd. Opatoshu is in de Jiddische literatuur de realist par excellence, hij blijft het zelfs wanneer hij zijn blik op het Chassidisme in de vorige eeuw richt en het schildert in zijn meest bekende werk: In het Poolse woud, evenals in zijn beschrijving van de Poolse opstand van 1863, Een dag in Regensburg (14de eeuw), of in zijn recente roman Rabbi Akiba over Palestina uit de 1ste en 2de e eeuw.L. FUKS
Lit.: N. Majzel, J. O. (Warszawa, 1937). Jiddisch; L. Fuks, J. O., zijn leven en werk.
Nieuw Isr. Weekbl., Jg LXXIX, 39.
