Engels schrijver (Dublin 30 Nov. 1667 - 19 Oct. 1745), verloor vroeg zijn vader en werd opgevoed door een oom en op kostscholen. Armoede en zijn temperament isoleerden hem; na een ongedisciplineerde studie slaagde hij er niet in een academische graad te verwerven.
In berooide staat verliet hij in 1688 Ierland en werd secretaris van William Temple (1689); dit bleef hij tot diens dood (1699). Ten huize van Temple ontmoette hij Esther Johnson (Stella), die eerst zijn leerling, later zijn dierbaarste vriendin werd. Hij bereidde zich voor om als geestelijke in de Anglicaanse kerk te worden toegelaten, maar verwierf slechts een karig bestaan als predikant te Laracor (Ierland), waar hij zich verbitterd terugtrok. Van 1704-1713 was hij voortdurend in Londen. In 1704 waren twee satiren van hem verschenen : A Tale of a Tub (reeds grotendeels voltooid 169697) over kerkelijke twisten en The Battle of the Books, een bijdrage in de toen felle strijd tussen antieken moderngezinden. Zij verwierven hem een wijde kring van vrienden, van Harley en Bolingbroke onder de politieke intelligentsia, tot Addison en Steele, Pope en Arbuthnot. Hij werkte mede aan The Tatler en The Examiner en gaf in zijn essays een levendig beeld van het corrupte maar schitterende leven van zijn tijd, maar ook van de (on)practische levensomstandigheden. Zij verraden een diepe weerzin. Van Whig werd hij Tory en viel de oorlogspartij (de Whigs onder Marlborough in de Spaanse Successie-oorlog) aan in scherpe pamfletten. Hij werd een invloedrijk adviseur van de regering en verdedigde het sluiten van een afzonderlijke vrede met Frankrijk, buiten de Nederlandse bondgenoten om (The Conduct of the Allies, 1711). Hij werd benoemd tot deken van St Patrick’s te Dublin en vertrok daarheen na de val der Tories (1713). Zijn levensafkeer en verbittering gingen ten slotte over in waanzin, vooral merkbaar in de laatste boeken van zijn meesterwerk Gulliver’s Travels (1726), dat met Swiftiaanse ironie voortleeft als kinderboek. Hierin onthult hij met superieure spot en vindingrijkheid de ijdelheid en onwaarachtigheid der staatkunde en niet slechts der Engelse politiek. Hij had zich inmiddels de kwade faam verworven van Iers patriot wegens zijn strijd voor het onrecht de Ieren aangedaan (Drapier’s Letters, 1724).Stellig hebben de omstandigheden van dit leven een grote invloed uitgeoefend op de wijze waarop deze merkwaardige geest zich vooral heeft doen kennen. Het leven scheen jegens hem steeds te kort te schieten: een liefdeloze jeugd, een op verbanning gelijkend verblijf buiten Engeland dat zijn eigenlijke vaderland was, een positie beneden zijn bekwaamheid. De geest van zijn tijd — die van het classicisme — kende aan de rede een hoge waarde toe, maar Swift’s buitengewoon scherp verstand en met hartstochtelijke moed verworven inzichten dwongen hem in de positie van tegenstander in politiek en theologie, hoewel hij juist een redelijke middenweg zocht. Tederheid, medelijden en zelfs vrolijkheid zijn bij deze grootste satiricus der Engelse letterkunde te vinden in zijn brieven aan Esther Johnson, verzameld in A Journal to Stella. Swift’s taal is evenals die van zijn tijdgenoot Defoe eenvoudig, helder en krachtig, een instrument dat hij volkomen beheerste.
Bibl.: Argument against abolishing Christianity (1708); Some Remarks on the Barrier Treaty (1711); The Grand Question Debated (1729); Verses on his own Death (1731); A complete Collection of Genteel and Ingenious Conversation (1738); Letters to Stella, ed. G. A. Aitken (1901); The Correspondence of J. S., ed. F. Elrington Ball (6 dln, 1910-’14); Gulliver’s Travels and Selected Writings in Prose and Verse, ed. J. Hayward (1934); The Poems of J. S., ed. H. Williams (1937); standaarduitg. der werken, d. H. Davis (14 dln, 7 verschenen 1951).
Lit.: biogr. d. Leslie Stephen (1882); Carl van Doren (i93°); R. Quintana, The Mind and Art of J. S. (1936); H. Teerink, Bibliogr. of the Writings of J. 8.(1937); D. M. Berwick, The Reputation of S. 1781-1882 (Princeton 1941); S. and his Circle, Essays ed. by R. Wyse Jackson (1945); L A. Landa and J. E. Tobin, J. S., a List of Critical Studies published from 1895-1945 (New York 1945); M. K. Starkman, S.’s Satire on Leaming (1951); John M. Bullitt, J. S. and the Anatomy of Satire (Oxford 1953).