Iers literator en economist (Donegal 7 Juni 1823 - 1 Mei 1907), werd in 1852 hoogleraar in welsprekendheid en Engelse letterkunde aan het Trinity College te Dublin, in 1866 hoogleraar in het Grieks, in 1879 bibliothecaris en ere-doctor der Universiteit van Glasgow. Onder invloed van Comte publiceerde hij positivistische beschouwingen over ethiek en religie.
De economie was volgens hem een onderdeel der sociologie — de empirische bestudering van de ontwikkeling van het maatschappelijk leven en deszelfs instellingen. Hij bestreed een abstracte, deductieve en onhistorische benadering van economische problemen. In Amerika volgde Richard T. Ely hem. Hij schreef de eerste geschiedenis der economie in de Engelse taal.Bibl.: Present Position and Prospects of Political Economy (1878); History of Political Economy (1888); History of Slavery and Serfdom (1895); Outlines of the History of Religion (1900); Human Nature and Morals According to Auguste Comte (1901); Passages from the Letters of Auguste Comte (1901); Practical Morals (1904); The Final Transition (1905).
Lit.: C. L. Falkiner, A Memoir of the Late J. K. I., in: Stat. and Soc. Inquiry Society of Ireland Journal, Vol.
XII (igo6-’i2), P 105i J. M. Keynes, Scope and Method of Political Economy (1917).
